Drie partijen één doel

Abstract:

Ons onderzoek is uitgevoerd in het circuit Spoedeisende Psychiatrie te Zwolle. De Spoedeisende Psychiatrie biedt gespecialiseerde spoedeisende psychiatrische zorg, behandeling en begeleiding voor mensen met acute psychische problemen tussen de 18 en 65 jaar. Het doel van het onderzoek was om zicht te krijgen op welke wijze de Spoedeisende Psychiatrie werkt met betrekking tot het inzetten van naastbetrokkenen bij de behandeling en met name bij het verminderen van Dwang en Drang. Ook zal door het onderzoek duidelijk worden hoe naastbetrokkenen denken over hun betrokkenheid bij de behandeling. Er wordt bekeken hoe de begrippen dwang en drang en familiebeleid landelijk (macroniveau) zijn geregeld, hoe het binnen Dimence gebeurt(mesoniveau) en tot slot hoe het op de afdeling Spoedeisende Psychiatrie (microniveau) geregeld is. Tijdens de literatuurstudie is de betrokkenheid en belasting van familieleden van mensen met een ernstige psychische aandoening beschreven en is er een beschrijving van de modelregeling. Als methode is een vragenlijst gebruikt om het eerste kwantitatieve onderzoek uit te voeren. Deze vragenlijst is opgebouwd uit een aantal meerkeuzevragen. In de vragenlijsten komen de onderwerpen bejegening, informatie, voorzieningen en dwang en drang aan bod. Deze onderwerpen zijn uit de bestudeerde literatuur gehaald. Per domein zijn er vijf items aangeboden. Deze vragenlijsten zijn door patiënten (n=23),naastbetrokkenen (n=14) en hulpverleners(n=20) ingevuld. Tevens is als aanvullende kwalitatieve onderzoeksmethode een interview afgenomen. De methode die hiervoor gebruikt is, is de STARR Situatie, Taak, Actie, Resultaat en Reflectie). Hiermee is verder ingaan op de punten bejegening, informatie en voorzieningen. De respondenten kunnen hier hun mening geven hoe de situatie vanaf de opname is verlopen. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat patiënten redelijk tevreden zijn over bejegening, informatie en voorziening in het algemeen. Dit geeft weer dat zij vinden dat de afdeling in het algemeen het redelijk goed doet. Patiënten hebben bij bejegening aangeven dat ze redelijk tevreden zijn. Dit geeft aan dat de hulpverleners de patiënten op een juiste manier benaderen en met hen samenwerken. Uit de interviews blijkt dat ze een aantal voorzieningen missen. Ze hebben een aantal aandachtspunten aangegeven die verbeterd kunnen worden. Naastbetrokkenen zijn gemiddeld genomen redelijk tevreden over hun betrokkenheid bij het verminderen van dwang en drang. We mogen voorzichtig concluderen dat naastbetrokkenen graag meer betrokken willen worden bij de behandeling, dit bleek uit de resultaten van de interviews. Hulpverleners zijn redelijk tevreden over de mate waarin zij naastbetrokkenen inzetten bij het verminderen van dwang en drang. De studenten geven Dimence als aanbeveling om informatie over de behandeling, praktische zaken, programma, vrijheden en therapietijden uit te reiken en toe te lichten aan de familie. Verder adviseren ze de instelling om een ervaringsdeskundige in dienst te nemen en rooming-in te realiseren zodat naastbetrokken kunnen overnachten. Indien mogelijk minder wisselingen van behandelaar en bij patiënten en familie aangeven wanneer er van behandelaar wordt gewisseld.

Samenwerking:

Alexandar Alexandrov, psychiater, afdeling Spoedeisende Psychiatrie Dimence

In kader van:
Afstudeer onderzoek Toegepaste Psychologie, Saxion Hogescholen Deventer
Duur van het onderzoek:
januari 2012 tot juli 2012
Onderzoekslijn:
Informatie:
Alexandar Alexandrov