Centrale vraagstelling en deelvragen:
1. Is het mogelijk om predictoren en moderatoren voor behandelsucces te identificeren die van invloed zijn op het behandelresultaat van patiënten met PTSS die middels psychotherapie (de traumagerichte behandelingen en IPT in de tweede fase) worden behandeld? En zo ja, welke zijn dit?
2. Draagt het aanbieden van een T-CGT behandeling na EMDR, of EMDR na T-CGT, aan patiënten met PTSS bij aan een (verdere) verbetering van de PTSS-klachten als een voldoende respons op de eerst aangeboden behandeling uitblijft?
3. Vormt het wisselen naar een niet-traumagerichte therapie (in het huidig onderzoek: IPT) een effectievere strategie voor het omgaan met non-respons op een eerste behandeling in vergelijking met het wisselen van een traumagerichte therapie naar een andere traumagerichte therapie (van T-CGT naar EMDR of van EMDR naar T-CGT, zoals benoemd bij vraag 2)?
4. Zijn er bij de behandeling van patiënten met PTSS verschillen in de afname van de klachten, verschillen in behandeltolerantie/hoeveelheid ervaren bijwerkingen en verschillen in drop-out percentage tussen T-CGT, EMDR en IPT?