Aanleiding:
In de GGZ, maar ook in tal van andere sectoren wordt tegen de achtergrond van ‘participatiesamenleving’ verkend op welke wijze de relatie tussen dienstverleners en gebruikers op een andere wijze vorm kan krijgen. Kern daarbij is een herijking van de rol en verantwoordelijkheden van cliënten en de dienstverleners. Dit fenomeen dat bekend is als co-productie wordt gezien als een mogelijkheid om te komen tot betere dienstverlening. De gedachte in de beleidsretoriek is dat de betrokkenheid en input van cliënten (lees: co-productie) zal bijdragen aan betere dienstverlening, meer vertrouwen in dienstverlening, betere benutting van kennis van gebruikers, empowerment van gebruikers, en een grotere mate van efficiëntie. Het is echter de vraag in hoeverre deze beleidsverwachtingen realistisch zijn.
Binnen de Dimence Groep willen we graag onderzoek doen naar de voorwaarden en context waarbinnen therapeuten co-productie een plaats geven in de behandeling van cliënten en welke ervaringen zij daarmee hebben. Beantwoording van deze vraag geeft beter zicht op de overwegingen en afwegingen van behandelaars om co-productie al dan niet een plaats te geven in de behandeling en in het gebruik van co-productie.