Kouijzer, Marileen

Kwalitatieve evaluatie van een VR scholingstraject voor behandelaren in de geestelijke gezondheidszorg - een pilot studie

Aanleiding:
Deze pilotstudie heeft als doel een virtual reality (VR) scholingstraject te evalueren bedoeld voor behandelaren die werkzaam zijn in de geestelijke gezondheidszorg. VR is een innovatieve behandeltool die steeds vaker wordt gebruikt binnen de psychiatrie. Echter blijft het daadwerkelijke gebruik van deze technologie achter. Dit heeft een negatieve invloed op de adoptie op lange termijn. Om de inzet van VR in de praktijk te ondersteunen en verbeteren is er een uitgebreid scholingstraject ontwikkeld door medewerkers van Dimence Groep. Deze scholing heeft als doel om therapeuten te leren hoe ze VR kunnen gebruiken, om ze vertrouwd te laten raken met VR door samen met collega’s te oefenen en het stap voor stap in te zetten met cliënten.
Deze pilotstudie bestaat uit 3 interviews per deelnemers, waarbij we inzicht proberen te krijgen in de verwachtingen van behandelaren, hun ervaringen met de scholing en de impact van de scholing op het gebruik van VR op de lange termijn. We voeren een kwalitatieve evaluatie uit over de impact, de algemene tevredenheid van de therapeut en potentiële verbeterpunten van het implementatieproces van VR in de praktijk.

Identifying the experiences of therapists in the implementation of VR in forensic psychiatry.

Aanleiding
Onderzoek a: Dit onderzoek wordt gepresenteerd als onderdeel van een groter onderzoeksproject, genaamd VooRuit met VR. In 2016 startte een multidisciplinair team dit project om een VR-behandeling te ontwikkelen voor forensisch psychiatrische patiënten bij Transfore. Dit project was gebaseerd op de CeHRes Roadmap, die werd gebruikt als leidraad voor de ontwikkeling en implementatie van een VR interventie, en in de toekomst ook voor de evaluatie.
Momenteel wordt VR in binnen verschillende instellingen van Dimence Groep geïmplementeerd, echter wordt de VR interventie nog niet zo veel gebruikt als gewenst is. Door meer inzicht te krijgen in de behoeften van behandelaren tijdens het implementatieproces kunnen deze vertaald worden naar verbeterpunten van de implementatie. Er wordt hier gekeken naar de periode van de eerste kennismaking met VR tot en met het regulier inzetten van VR tijdens de behandeling van patiënten. Dit is de focus van dit onderzoek. Dit artikel bouwt voort op de reeds verkregen informatie en inzichten, de recent door CleVR ontwikkelde VR applicatie, en de bij het project betrokken therapeuten.

Het patiëntperspectief op het gebruik van VR binnen de forensische psychiatrie.

De VR-toepassing ‘Triggers en Helpers’, ontwikkeld door en voor patiënten en behandelaren in de forensische zorg, biedt mogelijkheden om triggers (acuut-dynamische risicofactoren) en helpers (coping vaardigheden) van patiënten te identificeren en te oefenen in een veilige, realistische en controleerbare omgeving. Tijdens VR sessies kunnen patiënten door virtuele omgevingen lopen, zoals een winkelstraat. Bovendien kunnen ze een virtueel rollenspel doen door middel van een stem-vervormende microfoon die gebruikt wordt door de therapeut. Er is een uitgebreid scala aan mogelijkheden om een gepersonaliseerd VR scenario te ontwikkelen en meer en meer behandelaren worden getraind in het gebruik van VR.

Echter weten we nog weinig over het patiëntperspectief bij het gebruik van VR in een behandeling.

Het doel van dit onderzoek is in kaart brengen wat de eerste ervaringen van patiënten zijn met het gebruik van VR. De resultaten van dit onderzoek kunnen we meenemen in de inbedding van de VR toepassing ‘Triggers en Helpers’ in de behandeling.

 

De methode die we toepassen zijn korte gebruikerstesten (ongeveer 15 minuten) waarbij patiënten blootgesteld worden aan neutrale situaties in VR. De test bestaat uit 3 opbouwende stappen die plaatsvinden in VR en een kort interview over hun eerste ervaringen achteraf. Tijdens de gebruikerstest wordt de hartritme variabiliteit en huidgeleiding staat gemeten door de Empatica E4. Op deze manier kunnen we het stresslevel van de patiënt monitoren. Daarnaast wordt de patiënt regelmatig gevraagd naar het spanningslevel en ervaringen. Achteraf vult de patiënt de AASP in. Deze vragenlijst meet het effect van sensorische prikkelverwerking op het dagelijks functioneren van volwassenen.