Inleiding
Vanaf januari 2020 geldt de nieuwe Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) als vervanger van de huidige Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). Een belangrijk doel van de nieuwe wet is het versterken van de rechtspositie van de personen met een psychische stoornis die tegen hun wil zorg krijgen. In die geest introduceert de wet het eigen plan van aanpak. Middels het eigen plan van aanpak kunnen patiënten proberen verplichte zorg via een zorgmachtiging te voorkomen.
Doel
Dit onderzoek verdiept zich in de ervaringen van patiënten en hun naasten die te maken krijgen met de nieuwe wet, specifiek gericht op het eigen plan van aanpak. De wet beoogt het versterken van de rechtspositie van deze personen en hun naasten. Het doel van dit onderzoek is om te onderzoeken of de ervaringen van de patiënten en hun naasten hierbij aansluiten en of het doel van de wet middels het eigen plan van aanpak bereikt wordt.
Hoofdvraag
Wat zijn de ervaringen van patiënten, die een eigen plan van aanpak schrijven, en hun naasten met betrekking tot dit plan en sluiten hun ervaringen aan bij het doel dat door de wet beoogd wordt met het eigen plan van aanpak?
Deelvragen
Hoe vaak maakt de betrokkene een eigen plan van aanpak en hoe vaak leidt dit tot het afwenden van verplichte zorg?
Hoe beïnvloedt het maken van een eigen plan het gevoel van autonomie en regie hebben over de zorg die de betrokkene krijgt?
Welke knelpunten komt de betrokkene tegen bij het maken van een eigen plan van aanpak?
Methode
Het onderzoek zal worden uitgevoerd in een periode van zeven maanden, waarbij deze periode afgesloten wordt met een artikel en een eindreferaat. Het onderzoek betreft mixed-method research, bestaande uit kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Het kwantitatieve onderzoek is gericht op cijfers (deelvraag 1: hoe vaak maakt een betrokkene een eigen plan van aanpak en hoe vaak leidt dit tot het afwenden van verplichte zorg?) met behulp van gegevens verstrekt door het Bureau Geneesheer Directeuren (BGD). Het kwalitatieve deel is beschrijvend van aard en gericht op ervaringen van zowel patiënten als significante anderen die betrokken worden bij het maken van het eigen plan van aanpak. Deze personen zullen worden geïnterviewd middels semigestructureerde interviews. Patiënten worden geselecteerd vanuit de Dimence Groep. Daarnaast zijn de geneesheer-directeuren vanuit het noordelijke regio (GGZ Friesland, GGZ Drenthe, Lentis, UCP, FPC Dr. S. van Mesdag) gevraagd of zij interesse hebben om deel te nemen aan het onderzoek. Vanuit GGZ Friesland is gereageerd dat ze enthousiast zijn en vindt overleg plaats met de Raad van Bestuur. Het doel is om 10 patiënten te selecteren.