Doorstroom: visie van behandelaren op het reguleren van de behandelduur op een afdeling angst en stemming te Deventer

Abstract:

In ambulante behandelcentra in de ggz is een bekend probleem dat een deel van de patienten na de behandeling restklachten overhoudt en langdurig in zorg blijft. Hierdoor neemt de behandelcapaciteit af en ontstaat er geleidelijk minder ruimte om nieuwe patienten toe te laten, met oplopende wachttijden als gevolg. De indruk bestaat dat patientfactoren (chroniciteit van klachten, beperkt steunsysteem, afhankelijkheid), therapeutfactoren (graag willen helpen, emotionele betrokkenheid bij patient) en organisatorische en maatschappelijke factoren (de mogelijkheid om lang door te behandelen, persoonlijke caseloads, beperkte verwijsmogelijkheden) op dit punt elkaar beinvloeden. Vanuit de literatuur zijn er diverse voorstellen gedaan om een dergelijke ontwikkeling te doorbreken, zoals stimuleren van bewustwording bij behandelaren, het werken met een ‘out take team’, de inzet van e-health en het organiseren van een afzonderlijk aanbod (care) voor mensen met chronische problematiek. In de praktijk blijkt het lastig dergelijke maatregelen duurzaam te implementeren. Het bovenstaande probleem speelt ook een rol op de afdeling angst en stemming (een multidisciplinair team van ca. 35 hulpverleners) in Deventer. De verwachting voor dit onderzoek was dat ook hier behandelaren vanuit diverse motieven het lastig vinden behandelingen af te ronden en hierdoor (te) lang met een behandeling doorgaan. In totaal zijn zeventien behandelaren geinterviewd en vervolgens zijn deze interviews geanalyseerd en gecodeerd. Hieruit kwam onder andere naar voren dat de groep patienten die lang (langer dan anderhalf jaar) in behandeling zijn vaak complexe problemen hebben (waaronder verschillende diagnoses) en dat behandelaren aangeven niet voldoende houvast te vinden in bestaande richtlijnen om de behandelduur eenduidig te bepalen. Tevens bleek ook dat behandelaren het lastig vinden een behandeling af te ronden wanneer er nog restklachten zijn. Onder andere het vooraf duidelijker bespreken van verwachtingen met betrekking tot de behandelduur en het formuleren van concrete doelen zijn aanbevelingen die uit het onderzoek naar voren komen.

Samenwerking:

Dr. E. de Kleine, Universiteit Twente
Drs. V. van Bruggen, Universiteit Twente

In kader van:
Masterthese opleiding Psychologie
Duur van het onderzoek:
november 2013 tot juni 2014
Onderzoekslijn:
Informatie:
Vincent van Bruggen