Aanelding:
Cliënten met ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA) worden gekenmerkt door chronisch psychische problemen en beperkingen die onderling verweven zijn. De zorg voor cliënten met EPA kan het beste maatschappelijk geïntegreerd/verstrekt worden om remissie te voorkomen en participatie te bevorderen. Samenwerking tussen cliënt, hulpverlener en naastbetrokkenen bevordert het herstelproces van de cliënt. Naastbetrokkenen kunnen een belangrijke rol spelen bij de ondersteuning van dit herstelproces. Naastbetrokkenen ervaren in hun rol als mantelzorger vaak veel stress en overbelasting. Zij melden ook onvoldoende kennis en vaardigheden te hebben om deze zorg te kunnen verlenen.
Hulpverleners worstelen vaak nog met het dilemma tussen privacywetgeving en goed hulpverlenerschap en met loyaliteitskwesties en multi partijdigheid. Er is bij hulpverleners onduidelijkheid over wat nodig is voor adequate gespreksvoering met naastbetrokkenen.
Naastbetrokkenen vormen een onmisbare schakel in het zorgaanbod. Het is van belang dat hulpverleners kennis hebben van de behoefte van naastbetrokkenen en hoe dat in het zorgproces wordt betrokken.
Doel:
In dit onderzoek wordt de doorleefde ervaring van naastbetrokkenen van cliënten met een ernstig psychiatrische aandoening (EPA) die betrokken zijn bij het herstelproces van hun naaste, onderzocht en geïnventariseerd. Het doel is om deze ervaringskennis om te zetten in handvatten voor hulpverleners hoe naastbetrokkenen te betrekken in het herstelproces van de cliënt.
Onderzoeksvraag:
Wat hebben de naastbetrokkenen van de hulpverlener nodig om betrokken te kunnen zijn bij het herstelproces van hun naasten (met EPA)?