Aanleiding:
Om helder te krijgen of ‘no show’ en ‘beëindiging van behandeling tegen advies’ samenhangen met hechting en de huidige (niet geëxpliciteerde en geprotocolleerde) matching van patiënten en behandelaars, wil De Tender weten of en zo ja, welke invloed van hechtingsstijlen valt vast te stellen op de gerapporteerde kwaliteit en sterkte van de behandelrelatie, op de behandeltevredenheid van de patiënt en op het behandelresultaat.
Hypothesen:
- Verschillende combinaties van hechtingsstijlen leiden tot verschillende behandelresultaten.
- Verschillende combinaties van hechtingsstijlen leiden tot een verschillende mate van tevredenheid bij patiënten over de therapeutische relatie.
- Verschillende combinaties van hechtingsstijlen leiden tot een verschillende scores op tevredenheid bij patiënten over de behandeling.
- Verschillende combinaties van hechtingsstijlen, tevredenheid en waardering therapeutische relatie leiden tot verschillen in drop-out en no-show.
- De eventuele samenhang tussen combinaties van hechtingsdimensies en de genoemde uitkomstmaten wordt gemedieerd door de door patiënten gerapporteerde sterkte van de werkalliantie.
- De gehanteerde modaliteit vertoont geen relatie met eventueel gevonden verbanden.
Doelstelling:
a. Het onderzoek moet De Tender kennis opleveren over de mogelijke invloed van hechtingsstijlen op de dyade behandelaar – patiënt, zoals uitgedrukt in: het behandelresultaat de waardering van de therapeutische relatie door de patiënt de (behandel)tevredenheid van de patiënt
b. Deze kennis zal kunnen leiden tot aanbevelingen om bij toewijzing van patiënten aan behandelaars te komen tot invoering van een meer expliciet matchingsproces met als mogelijk resultaat een afname van no show en uitval bij patiënten en een beter behandelresultaat.
Vraagstelling:
a. Leiden bij De Tender bepaalde (combinaties van) hechtingsstijlen van patiënt (en behandelaar) tot betere behandelresultaten dan andere (combinaties van) hechtingsstijlen?
b. Leiden bij De Tender bepaalde (combinaties van) hechtingsstijlen van patiënt (en behandelaar) tot een grotere tevredenheid over de therapeutische relatie bij patiënten?
c. Leiden bij de Tender bepaalde (combinaties van) hechtingsstijlen van patiënt (en behandelaar) tot een grotere tevredenheid over de behandeling bij patiënten?
d. Valt er bij De Tender een relatie vast te stellen tussen enerzijds (combinaties van) hechtingsstijlen van patiënt (en behandelaar), ‘tevredenheid’, en ‘waardering therapeutische relatie’ en anderzijds ‘drop-out’ en ‘no-show’?