Het meten van existentiële ervaringen

Abstract:

In de afgelopen decennia is er veel gepubliceerd over de existentiele kant van angst. Angst heeft niet alleen betrekking op een concreet object, maar het zegt ook iets over hoe iemand zich tot het bestaan in het algemeen en zichzelf verhoudt. Veel van de literatuur over existentiele angst is sterk conceptueel van aard of juist erg toegepast, zoals bijvoorbeeld het werk van de psychiater en groepspsychotherapeut I.D. Yalom. De Nederlandse psychiater en filosoof G. Glas heeft een typologie van existentiele angst gemaakt die mede gebaseerd is op zijn klinische ervaring. Startpunt van dit onderzoek is geweest om een empirische toetsing van Glas’ typologie uit te voeren. Allereerst is literatuuronderzoek gedaan, wat onder andere geleid heeft tot een publicatie over de vraag hoe existentiele angst aan de orde gesteld kan worden binnen cognitieve gedragstherapie. Vervolgens is de typologie van Glas vergeleken met andere indelingen en is hiervan een samenvattend overzicht opgesteld. Met behulp van dit overzicht is een systematic review gemaakt van instrumenten die zijn ontwikkeld om existentiele angst in beeld te brengen. Dit leverde vijf instrumenten op, waarvan de Existential Anxiety Questionnaire (EAQ) van C. Weems het meest veelbelovend bleek. De EAQ is met toestemming van de auteur naar het Nederlands vertaald en is in een cognitief interviewprocedure (TSTI) bij 29 respondenten afgenomen. Tijdens dit proces zijn diverse aanpassingen gemaakt om een instrument te ontwikkelen dat geschikt is voor afname bij de Nederlandse populatie. In november 2014 zal dit instrument samen met een aantal andere vragenlijsten worden afgenomen bij een groep studenten en mensen uit hun netwerk (n=300). Het is de bedoeling om de lijst in 2015 bij een groep patienten met een angst- en/of stemmingsstoornis (n=80) af te nemen. Dit moet leiden tot een instrument dat bruikbaar is voor wetenschappelijk onderzoek en de klinische praktijk.

Samenwerking:

1e Promotor: prof. dr. G. Glas, Dimence Groep /Vrije Universiteit Amsterdam

2e Promotor: prof. dr. E.T. Bohlmeijer, Universiteit Twente

Copromotor: prof. dr. G.J. Westerhof, Universiteit Twente

Copromotor: dr. J. Vos, Roehampton University, London (UK)

Titel engels:
Assessing existential experiences
In kader van:
Promotie
Duur van het onderzoek:
september 2009 tot mei 2016
Onderzoekslijn:
Status:
Afgerond
Informatie:
Vincent van Bruggen