Aanleiding:
Binnen de gehele Dimence Groep wordt VR-CGT geïmplementeerd, op initiatief en onder toezicht van DG Connected. Om dit zo soepel mogelijk te laten verlopen is een testfase gestart met enkele therapeuten. Deze fase heeft als doel alle barrières te identificeren en door middel van verschillende activiteiten deze barrières te overkomen. Om straks de volledige implementatie zo efficiënt en duidelijk mogelijk uit te voeren, wordt er een onderzoek gestart om de ervaringen van de therapeuten en andere stakeholders te identificeren en om te zetten naar praktische adviezen voor het verdere proces. VR-CGT is een nieuwere vorm van therapie, waarbij cliënten met behulp van Virtual Reality begeleid worden. In deze nagebootste omgeving kunnen cliënten in situaties terecht komen die in het echte leven moeilijk in de hand te houden zijn of praktisch niet te organiseren zijn. Denk hierbij aan agressieproblematiek op straat of angststoornissen in een overvolle bus. Met deze specifieke techniek is het mogelijk om als therapeut de omgeving te beïnvloeden; de therapeut kan het aantal andere personages aanpassen, via stemvervormer deze personages laten praten en hen laten bewegen. Hierdoor creëert men snel het gevoel bij de cliënt dat hij zich in een echte omgeving bevindt. De reacties van de cliënt op deze stimuli kunnen dan geïnterpreteerd worden voor behandeling of diagnose. Verscheidene onderzoeken zijn gedaan naar de effectiviteit van VR-CGT, met positieve resultaten (Bouchard et al., 2017; Geraets et al., 2019; Pot-Kolder et al., 2018; Wallach et al., 2009). Om een dergelijke nieuwe therapie in een organisatie te laten functioneren, is het nodig om een implementatieproces uit te rollen. De eHealth-monitor van de Rijksoverheid geeft aan dat zowel acceptatie als uiteindelijke gebruik van eHealth applicaties binnen organisaties lang niet altijd goed verloopt (Krijgsman et al., 2016; Wouters et al., 2019). Dit kan aan verschillende onderdelen liggen, en hun onderliggende samenspel. Zowel de individuen binnen de organisatie, als de heersende cultuur, en de plaats van de organisatie in de wereld zijn een aantal voorbeelden van overkoepelende factoren die invloed op het implementatieproces kunnen uitoefenen. Er zijn door verschillende onderzoekers dergelijke barrières geïdentificeerd, waarop verschillende implementatiemodellen zijn ontwikkeld (Glasgow et al., 1999; Rogers, 2013; Schreiweis et al., 2019). Een van de nieuwere modellen, en het model waarop de implementatie van VR-CGT binnen de DG is gebaseerd, is het ‘Consolidated Framwork for Implementation Research’ (CFIR), ontwikkeld door Damschroder en collega's (2009). Als onderdeel van het implementatieproces is er door DG Connected een testfase gestart, waar enkele behandelaren de VR-CGT aangeleerd hebben gekregen en met cliënten gaan uitproberen. Dit onderzoek zal in deze fase uitgevoerd worden. De behandelaren worden gevraagd naar hun huidige ervaringen met het systeem en om uit hun expertise aanbevelingen te doen voor het vervolg in het proces.
Doel onderzoek:
Het opstellen en uitbreiden van een implementatieplan, gebaseerd op de CFIR, om de implementatie van de VR-CGT binnen DG te ondersteunen en verder vorm te geven. Met de resultaten van dit onderzoek kan hopelijk efficiënter en met minder obstakels de VR-CGT gebruikt gaan worden.
Centrale vraagstelling en deelvragen:
Wat zijn de belangrijkste barrières die overkomen moeten worden bij het implementeren van VR-CGT in een GGZ-instelling, volgens het implementatiemodel ‘CFIR’?
Welke implementatie activiteiten worden door de therapeuten voorgesteld om deze barrières te overkomen