Aanleiding:
Deze studie is een samenwerking tussen onderzoekers op academisch vlak en in praktijk instellingen in tien landen waarin er systematisch feedback wordt gebruikt in de zorg. We zullen bij deze studie een theoretisch kader hanteren dat vaak gebruikt wordt bij de verspreiding van innovaties in de medische instellingen, de zogenaamde Normalization Process Theory (NPT May & Finch, 2009). Dit kader zullen we gebruiken voor het verzamelen en analyseren van interview data met therapeuten, teamleiders en managers van centra voor geestelijke gezondheidszorg waar behandeling geschiedt mede met behulp van klinische feedback systemen (clinical feedback systems, CFS). We zullen onderzoeken hoe intra- en extra-organisatorische kenmerken het gebruik van feedback systemen beïnvloeden in de dagelijkse klinische praktijk, bij het toezicht op feedback gebruik en bij de planning van optimalisatie van CFS.
Doel onderzoek:
Onderzoeken welke factoren de implementatie en het gebruik van CFS bevorderen dan wel benadelen.
Centrale vraagstelling en deelvragen
1. Wat is bij CFS de relatie tussen extra-organisatorische factoren, zoals regelgeving of financiële prikkels en intra-organisatorische implementatie?
2. Welke leiderschapsstijl wordt er gebruikt bij implementatie van CFS en hoe wordt het prioriteit geven aan CFS vorm gegeven? Wat is de relatie tussen het daadwerkelijk gebruik van CFS en de motivatie voor het gebruik van CFS bij behandelaren?
3. Wat zijn de gebruikelijke veranderstrategieën die worden gebruikt voor de implementatie van CFS, en welke daarvan lijken het meest geassocieerd met duurzaam gebruik ervan?
4. Wat is de relatie tussen het gebruik van CFS als een middel tot algemene kwaliteitsverbetering (bijv. bij programma planning, of kwaliteitscontrole) en de kwaliteit van CFS implementatie in de directe patiëntenzorg?
5. Heeft het gebruik van CFS voor beoordeling van een individuele behandelaar een negatieve invloed op de motivatie voor en het gebruik van CFS?