Partnergeweld: het betrekken van partners door middel van eHealth.

Abstract:

Aanleiding:
Ieder jaar overlijden 100 mensen in Nederland aan de gevolgen van partnergeweld (Janssen, 2015). Er zijn verschillende mogelijkheden voor behandeling van plegers van partnergeweld maar deze behandelingen leiden nog te vaak tot recidive (Bogaerts, Henrichs & Klerx-van Mierlo, 2011). Tijdens de reguliere behandeling wordt vaak nog te weinig aandacht besteed aan de partner die als ‘slachtoffer’ wordt gezien. Vaak wordt er gedacht in termen als ‘dader’ en ‘slachtoffer’ terwijl in de meeste gevallen van partnergeweld beide partners een aandeel hebben in het ontstaan van het geweld (Cnodder, 2012). E-Health zou kunnen helpen in het terugdringen van de recidive doordat eHealth in de thuissituatie kan worden ingezet waardoor beide partners er gebruik van kunnen maken. Tevens is eHealth 24 uur per dag beschikbaar (Gemert-Pijnen, Peters & Ossebaard, 2013).
Voordat er echter een eHealth technologie ontwikkelt kan worden moet er eerst gekeken worden wat de behoeften van beide partners zijn en hoe zij tegenover het gebruik van verschillende eHealth technologieën staan (Kelders, Oinas-Kukkonen, Oörni & Gemert-Pijnen, 2016). Dit onderzoek zal zich richten op de partners die gezien worden als de slachtoffers van partnergeweld.

Doel:
Het doel is te onderzoeken hoe eHealth technologieën partners van plegers van partnergeweld kunnen ondersteunen en hoe het hen kan helpen om zodoende geweld in de relatie te voorkomen.

Methode:
Dit is een kwalitatief, exploratief onderzoek. Door middel van convenience sampling zullen participanten bij twee organisaties, De Tender en De Kern, geworven worden. Beide organisaties zijn onderdeel van de Dimence Groep. Vervolgens wordt er een semigestructureerd interview gehouden met deze participanten. De interviews worden opgenomen en naderhand getranscribeerd. De getranscribeerde transcripten zullen geïmporteerd worden in ATLAS.ti 7.5.10. Door middel van open codering, axiale codering en ten slotte selectieve codering zullen de resultaten geanalyseerd worden.

Samenwerking:

Supervisie door:
Yvonne Bouman, Senior onderzoeker, Stichting Transfore
Hanneke Kip, Promovendus, Universiteit van Twente en Stichting Transfore
Saskia Kelders, Assistant Professor, Universiteit van Twente
Nadine Köhle, Universiteit van Twente

Stichting Transfore, De Tender, De Kern, Universiteit Twente

Co-onderzoeker:
In kader van:
Master Health Psychology and Applied Technology aan de Universiteit van Twente.
Duur van het onderzoek:
maart 2017 tot juli 2017
Onderzoekslijn:
Status:
Afgerond
Informatie:
Anne Dijkers