Aanleiding:
In de multidisciplinaire richtlijn ‘diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag’ wordt beschreven dat betrokkenheid bij een religieuze gemeenschap een beschermende factor is en meegenomen moet worden in de beoordeling van het suïciderisico. (1) Nu is de vraag in hoeverre religieuze achtergrond / levensbeschouwing (verder benoemd als r/l) tijdens een suïcidaliteitsbeoordeling wordt uitgevraagd door psychiaters en AIOS psychiatrie.
Daarnaast is de vraag of de beoordelende psychiater of AIOS psychiatrie zelf een religieuze achtergrond heeft en of dit invloed heeft op het uitvragen van r/l.
Onze hypothese is dat in de meeste gevallen het uitvragen van r/l niet gebeurt. Het vermoeden is dat over het algemeen weinig aandacht besteed wordt aan r/l. Wanneer de beoordelend psychiater of AIOS psychiatrie zelf een religieuze achtergrond heeft, is de kans groter dat er wel aandacht wordt besteed aan r/l.
Doel onderzoek:
Het doel van het onderzoek is om na te gaan in hoeverre de richtlijn suïcidaliteit wordt gevolgd, met betrekking tot het uitvragen van betrokkenheid bij religieuze gemeenschap. En of de religieuze achtergrond van de psychiater of AIOS die het suïciderisico inschatten invloed heeft op of dit gebeurd.
Centrale vraagstelling en deelvragen
Heeft het hebben van een religieuze achtergrond van de psychiater of AIOS invloed op het wel of niet uitvragen van r/l van een patiënt tijdens een suïcide-risicotaxatie?
Wordt er actief navraag gedaan naar r/l van patiënten tijdens een suïcide-risicotaxatie?
Heeft de uitvrager (psychiater of AIOS) zelf een religieuze achtergrond?
Bespreken psychiaters/AIOS’ met een religieuze achtergrond de religieuze achtergrond / levensbeschouwing van hun patiënt vaker dan niet religieuze psychiaters/AIOS?
Indien het r/l niet wordt uitgevraagd, wat is daar de mogelijke reden van?