Achtergrond:
De somatisch-symptoomstoornis bestaat uit lichamelijk klachten (medisch verklaard of onverklaard), die gepaard gaan met disproportionele gedachten, gevoelens en gedragingen ten aanzien van deze lichamelijke klachten. Patiënten met een somatisch-symptoomstoornis ervaren een hoge lijdensdruk. Huidige evidence-based behandelinterventies, bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie, psychodynamische psychotherapie of multidisciplinaire behandelingen, laten echter gemiddeld kleine tot matige effecten zien.
Tegenwoordig worden behandelinterventies steeds vaker gepersonaliseerd gericht op factoren die het herstel van de lichamelijke klachten zouden kunnen belemmeren, de zogenaamde instandhoudende factoren. In een eerdere studie zijn 16 domeinen van volgens clinici relevante, instandhoudende factoren bij aanhoudende lichamelijke klachten geïdentificeerd. Mogelijk kan het type van de persoonsgebonden, instandhoudende factoren, het behandelresultaat voorspellen.
Doelstelling:
Kennis over het verband tussen bepaalde persoonsgebonden, instandhoudende factoren en het behandelresultaat bij behandeling van de somatisch-symptoomstoornis kan waardevol zijn om behandelingen te optimaliseren.
Onderzoeksvragen:
Primaire vraag: Zijn de 16 persoonsgebonden, instandhoudende factoren voorspellend voor het behandelresultaat na een multidisciplinaire behandeling voor somatisch-symptoomstoornis?
Secundaire vraag: Verschillen mannen en vrouwen met een somatisch-symptoomstoornis op de 16 persoonsgebonden, instandhoudende factoren?
Voorspellers:
De 16 instandhoudende factoren voor aanhoudende lichamelijke klachten zijn:
Non-acceptatie van de klachten.
In beslag worden genomen door de klachten.
Extreme bezorgdheid over de klachten.
Lichamelijke fixatie.
Extreem gebruik van zorgverlening.
Dysfunctionele omgang met vrienden en familie.
Slechte relatie met zorgverleners.
Rollen vervullen die de klachten versterken.
Te weinig erkenning voor het lijden en beperkingen.
Onrealistische doelen stellen.
Moeite om hulp van anderen in te roepen.
Gevoel van schaamte en falen als gevolg van de klachten.
Frustratie en wanhoop over de klachten.
Moeite met ervaren en interpreteren van emoties en fysieke processen.
Contraproductieve fysieke factoren en leefgewoonten.
Vermijdingsgedragsgedrag.
Uitkomsten
Het behandelresultaat wordt gemeten aan de hand van afname van lichamelijke symptomen en verbetering functioneren (SF-36), toename van kwaliteit van leven (EuroQol) en afname van disfunctionele respons op lichamelijke symptomen (SSD-12).
Deelnemende centra
Dit onderzoek betreft een multicenter onderzoek:
Dimence Alkura, specialistisch centrum aanhoudende lichamelijke klachten
Amsterdam UMC, afdeling Ziekenhuispsychiatrie, poli onverklaarde lichamelijke klachten
GGZ Breburg, Topklinisch centrum, lichaam, geest en gezondheid
UMCG, afdeling Universitair Centrum Psychiatrie, Soma & Psyche
Altrecht Psychosomatiek (Eikenboom)
Interesse in deelname aan deze studie?
Als een andere instelling of team die SGGZ-behandeling geeft aan patiënten met een somatisch-symptoomstoornis geïnteresseerd is in deelname aan deze studie, kan contact opgenomen worden met dr. Lineke Tak (L.Tak@dimence.nl).
Voor patiënten is het een kleine belasting, namelijk rondom intake ca. 30-60 minuten vragenlijsten invullen via e-mail; en na afsluiten van behandeling nogmaals 15 min vragenlijsten invullen via e-mail. Voor behandelaren bestaat het uit enkele minuten administratieve handelingen.
Voor centra die zelf effectmetingen of wetenschappelijk onderzoek willen gaan opzetten, kan deelname aan deze studie een zinvolle eerste stap zijn.
Mede-onderzoekers / supervisoren:
Dr. Margreet Worm-Smeitink, GZ-psycholoog, senior onderzoeker Dimence Alkura
Dr. Lineke Tak, psychiater en hoofd Dimence Alkura
Prof. Dr. Judith Rosmalen, hoogleraar psychosomatiek, UMCG.