Inleiding:
In augustus 2018 is een verkennend pilot onderzoek gedaan naar de inzet van de ‘companion pet dog’ (hierna: robothond) bij mensen met een autismespectrumstoornis die in klinische behandeling zijn bij Lorna Wing, onderdeel van het Specialistische Centrum Ontwikkelingsstoornissen (SCOS), Dimence. Het betreft een pluche robothond die blaft als je tegen hem praat, die geaaid en geknuffeld kan worden en die een nagebootste hartslag heeft waarvan de frequentie afneemt naarmate de hond meer wordt geaaid. Naar aanleiding van de positieve ervaringen van patiënten tijdens deze pilot is het idee ontstaan de toepassing en het effect van gebruik van de robothond verder te onderzoeken.
Doel
Het doel is om bij ongeveer 30 mensen met ASS te onderzoeken of gebruik van de robothond invloed heeft op het activiteitenpatroon, eenzaamheidsgevoelens en stemming en angstklachten bij mensen met ASS.
Vraagstelling:
Leidt het gebruik van de robothond, bij volwassenen met autisme die klinisch opgenomen zijn bij het SCOS, tot:
1. Een toename van activiteiten?
2. Afname van eenzaamheidsgevoelens, depressie en angst?
3. Verminderen van inadequate coping (omgaan met moeilijke situaties zoals overprikkeling)?
Methode:
Het betreft een onderzoek met een one-group pretest-posttest design: een onderzoeksdesign waarbij één groep wordt getest, een interventie krijgt en vervolgens weer wordt getest. In dit onderzoek zijn er vier metingen waarvan de laatste een follow-up meting is. Primaire en secundaire uitkomstmaten betreffen zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens.
Vragenlijsten die worden gebruikt zijn:
Hospital Anxiety and Depression Scale (HADS)
De Jong-Gierveld Eenzamheeidsschaal
De Utrechtse Copinglijst (UCL)