Bipolaire stoornis en trauma. Een kwalitatief onderzoek van de ervaringen van mensen met een bipolaire stoornis en een onderliggend trauma.

Abstract:

Inleiding
Tot 40 % van de mensen met een bipolaire stoornis (BS) heeft een comorbiditeit met een posttraumatische stressstoornis (PTSS) (Cerimele et al., 2017; Boylan et al., 2004; Otto et al., 2004). Deze mensen ervaren een zwaardere ziektelast en een slechtere kwaliteit van leven (Cerimele et al., 2017).
Binnen het team angst en stemming van Dimence Deventer wordt geconstateerd dat PTSS-klachten zich veelal openbaren in een manische stemmingsepisode. Opvallend is dat voornoemde klachten tijdens andere stemmingsepisodes naar de achtergrond verdwijnen. Een behandeling van de trauma’s tijdens de euthyme episode komt daardoor niet op gang.
Het is onduidelijk hoe mensen met een bipolaire stoornis deze klachten tijdens de euthyme fase ervaren en hoe zij hiermee omgaan.

Onderzoeksdoel
Door dit onderzoek kan een beeld gevormd worden over hoe mensen met een BS een trauma tijdens de manische en de euthyme episode ervaren. Hierbij wordt gekeken welke belemmerende en bevorderende factoren mogelijk bijdragen aan behandeling van de trauma’s tijdens de euthyme fase.

Onderzoeksvraag
Hoe beleven mensen met een bipolaire stoornis die in een euthyme fase zitten een eerder opgelopen trauma?

Methode
Het betreft een kwalitatief onderzoeksdesign beschreven vanuit de thematische analyse. De bronpopulatie bestaat uit volwassenen met een BS met een vermoeden van een onderliggend trauma of een PTSS die ambulant in behandeling zijn of zijn geweest binnen Dimence. De onderzoekspopulatie wordt aangedragen door de regiebehandelaar, waarbij de participanten informed consent hebben gegeven. Door middel van semigestructureerde interviews zullen de ervaringen van de participanten worden onderzocht.

Co-onderzoeker:
In kader van:
Opleiding VS GGZ
Duur van het onderzoek:
september 2022 tot juni 2023
Onderzoekslijn:
Gepersonaliseerde zorg en Zelfmanagement, Preventie en levensloop
Status:
Afgerond
Informatie:
Linda van der Voort