Kunnen verpleegkundigen het risico op agressie beter beoordelen met behulp van de Brøset Violence Checklist? Onderzoek naar de klinische relevantie van het gebruik van de Brøset Violence Checklist bij het inschatten van het risico op patiëntagressie.

Abstract:

Inleiding: Agressief en gewelddadig gedrag van patiënten is een veelvoorkomend probleem op acute opnameafdelingen in de psychiatrie. Uit onderzoek blijkt dat  estructureerde risicotaxatie met de Brøset Violence Checklist een goede inschatting van het agressierisico geeft. Onderzoek wijst ook uit dat inschattingvan agressierisico’s op basis van de klinische blik van verpleegkundigen tot goede taxatie van agressierisico leidt. Tot op heden ontbreekt het echter aan onderzoek waarin risicotaxatie met de BVC wordt vergeleken met risicotaxatie op basis van de klinische blik van verpleegkundigen.

Doel: Het doel van dit onderzoek is na te gaan of er significante verschillen bestaan tussen de nauwkeurigheid van risicotaxatie met de Brøset Violence Checklist en de nauwkeurigheid van risicotaxatie op basis van de klinische blik van verpleegkundigen.

Methoden: Door middel van een ‘nonequivalent control group design’ werd onderzocht of het gebruik van de Brøset Violence Checklist leidt tot een significante verbetering van de inschatting van het agressierisico. De klinische blik werd geoperationaliseerd door de inzet van een Visueel Analoge Schaal.

Resultaten: Er werden in totaal 3406 risicotaxaties uitgevoerd met de BVC en VAS methodes. Tijdens het onderzoeken werden 78 agressie-incidenten geregistreerd. De nauwkeurigheid van beide methoden werd berekend met behulp van Receiver Operating Curves (ROC). De gevonden ROC in deze studie bedroegen respectievelijk 0.75 voor de BVC en 0.61 voor de VAS. De gevonden predictieve validiteit van de BVC is daarmee significant groter dan die van de VAS (p<0.05).

Conclusie: De resultaten van deze studie wijzen erop dat verpleegkundigen het korte termijn risico op patiëntagressie nauwkeuriger inschatten met behulp van de BVC dan wanneer zij zich alleen op hun klinische blik baseren.

Aanbevelingen: Vervolgonderzoek met grotere aantallen incidenten en een pre-test post-test design wordt aanbevolen om de bevindingen van deze studie te bevestigen. Vervolgonderzoek zou ook duidelijk kunnen maken welke methoden het meeste geschikt zijn om het klinisch oordeel te operationaliseren.

 

In kader van:
Studie Verplegingswetenschap
Duur van het onderzoek:
januari 2010 tot januari 2011
Onderzoekslijn:
Informatie:
Freerk Scheffers