Onderzoek & Publicaties

Onderzoek

Aanleiding:
Dynamische risicofactoren en triggers spelen een belangrijke rol in de behandeling van forensische patiënten, omdat ze terugkomen in risicotaxatie-instrumenten en richting geven aan behandeling.
In het onderzoek richten we ons voornamelijk op de concepten ‘acuut dynamische risicofactoren’ en triggers. Omdat er veel onduidelijkheid heerst met betrekking tot deze concepten in de literatuur en praktijk, willen we graag inzicht krijgen in ADRFs, triggers en hun rol in de verschillende behandelfasen volgens behandelaren en onderzoekers. Hierbij richten we ons ook op de relatie met stabiel dynamische risicofactoren. Door het systematisch in kaart brengen van de manier waarop acuut dynamische risicofactoren en triggers worden begrepen en toegepast in de behandeling van forensische patiënten, hopen we een basis te leggen voor een gedeelde visie op de concepten. Deze gedeelde visie kan de communicatie tussen onderzoekers en behandelaren verbeteren, wat uiteindelijk kan bijdragen aan een effectievere behandeling, risicotaxatie en risicomanagement voor forensische patiënten.

Doel onderzoek:
Dit onderzoek heeft als doel om de conceptualisatie en rol van dynamische risicofactoren en triggers in de behandeling van forensische patiënten, volgens behandelaren en onderzoekers, in kaart te brengen.

Centrale vraagstelling en deelvragen
Wat is de rol van acuut dynamische risicofactoren en triggers binnen de forensische behandeling?
Wat is de definitie en conceptualisatie van acuut dynamische risicofactoren en triggers in de behandeling van forensische patiënten volgens onderzoekers en behandelaren?
In welke mate, op welke manier en in welke behandelfasen worden acuut dynamische risicofactoren en triggers gebruikt binnen de forensische psychiatrie volgens onderzoekers en behandelaren?

 


Aanleiding:
Dynamische risicofactoren en triggers spelen een belangrijke rol in de behandeling van forensische patiënten, omdat ze terugkomen in risicotaxatie-instrumenten en richting geven aan behandeling.
In het onderzoek richten we ons voornamelijk op de concepten ‘acuut dynamische risicofactoren’ en triggers. Omdat er veel onduidelijkheid heerst met betrekking tot deze concepten in de literatuur en praktijk, willen we graag inzicht krijgen in ADRFs, triggers en hun rol in de verschillende behandelfasen volgens behandelaren en onderzoekers. Hierbij richten we ons ook op de relatie met stabiel dynamische risicofactoren. Door het systematisch in kaart brengen van de manier waarop acuut dynamische risicofactoren en triggers worden begrepen en toegepast in de behandeling van forensische patiënten, hopen we een basis te leggen voor een gedeelde visie op de concepten. Deze gedeelde visie kan de communicatie tussen onderzoekers en behandelaren verbeteren, wat uiteindelijk kan bijdragen aan een effectievere behandeling, risicotaxatie en risicomanagement voor forensische patiënten.

Doel onderzoek:
Dit onderzoek heeft als doel om de conceptualisatie en rol van dynamische risicofactoren en triggers in de behandeling van forensische patiënten, volgens behandelaren en onderzoekers, in kaart te brengen.

Centrale vraagstelling en deelvragen
Wat is de rol van acuut dynamische risicofactoren en triggers binnen de forensische behandeling?
Wat is de definitie en conceptualisatie van acuut dynamische risicofactoren en triggers in de behandeling van forensische patiënten volgens onderzoekers en behandelaren?
In welke mate, op welke manier en in welke behandelfasen worden acuut dynamische risicofactoren en triggers gebruikt binnen de forensische psychiatrie volgens onderzoekers en behandelaren?

 


Vanuit onderzoek en de klinische praktijk is toenemende behoefte aan inzicht in of, hoe en waarom wearables met biofeedback waarde toevoegen voor de behandeling van reactieve agressie in de forensische zorg. Wearables brengen fysiologische variabelen zoals hartslag en huidgeleiding in kaart. Onderzoek laat zien dat deze fysiologische waarden samenhangen met negatieve emoties zoals stress en agressie. Zo blijkt uit een onderzoek onder tbs-patiënten dat 20 minuten voorafgaand aan een agressieve uitbarsting al veranderingen zichtbaar zijn in hartslag en huidgeleiding. Een concrete implicatie voor de behandelpraktijk is dat wearables patiënten kunnenhelpen om tijdig te herkennen wanneer spanning oploopt (‘interoceptief bewustzijn’), waardoor coping vaardigheden tijdig ingezet kunnen worden. Dit geeft inzicht in factoren die tot stress en agressie leiden en verbetert zelfcontrole en emotieregulatie, leidend tot een afname van agressie. Wearables bieden patiënten nieuwe manieren om hun agressieregulatie te verbeteren zonder gesproken of geschreven taal , wat de behoefte naar meer ervaringsgerichte technologieën vervult. Zo kunnen wearables iets nieuws toevoegen aan bestaande behandelingen zoals ARopMaat. Een voordeel van wearables is dat zij continue feedback geven en de hele dag gedragen kunnen worden, waarmee het accent van de behandeling verschoven wordt van episodische behandeling naar langdurende en continue ondersteuning, ook in de thuissituatie bij ambulante behandelingen. Er is echter nog weinig bekend over hoe wearables geïntegreerd kunnen worden in agressieregulatie-behandelingen en wat dit oplevert voor patiënten.

Het huidige onderzoek is ontstaan vanuit een initiatief van Transfore en Fivoor in samenwerking met de Universiteit Twente. Binnen Transfore is een wearable-werkgroep opgestart door behandelaren zelf. Op initiatief van deze groep behandelaren van de poliklinieken van Transfore wordt geëxperimenteerd met het inzetten van wearables in ambulant aangeboden ARopMaat (agressie-regulatie op maat) behandelingen. De wearable-werkgroep is zelf gestart met een eigen, kleine pilot waarin de Garmin Vivosmart 4 wordt ingezet bij ARopMaat behandelingen. Op verzoek van hen willen we in dit project een nieuwe pilot opzetten waarin gekeken wordt naar de behoefte van patiënten en behandelaren met de inzet van wearables in ARopMaat, maar ook gekeken wordt naar de haalbaarheid en de ervaringen van de inzet van wearables binnen ARopMaat. Het doel van het onderzoek is het ontwikkelen van implementatiemateriaal voor het inzetten van wearables in ARopMaat en in de pilot te testen.


Vanuit onderzoek en de klinische praktijk is toenemende behoefte aan inzicht in of, hoe en waarom wearables met biofeedback waarde toevoegen voor de behandeling van reactieve agressie in de forensische zorg. Wearables brengen fysiologische variabelen zoals hartslag en huidgeleiding in kaart. Onderzoek laat zien dat deze fysiologische waarden samenhangen met negatieve emoties zoals stress en agressie. Zo blijkt uit een onderzoek onder tbs-patiënten dat 20 minuten voorafgaand aan een agressieve uitbarsting al veranderingen zichtbaar zijn in hartslag en huidgeleiding. Een concrete implicatie voor de behandelpraktijk is dat wearables patiënten kunnenhelpen om tijdig te herkennen wanneer spanning oploopt (‘interoceptief bewustzijn’), waardoor coping vaardigheden tijdig ingezet kunnen worden. Dit geeft inzicht in factoren die tot stress en agressie leiden en verbetert zelfcontrole en emotieregulatie, leidend tot een afname van agressie. Wearables bieden patiënten nieuwe manieren om hun agressieregulatie te verbeteren zonder gesproken of geschreven taal , wat de behoefte naar meer ervaringsgerichte technologieën vervult. Zo kunnen wearables iets nieuws toevoegen aan bestaande behandelingen zoals ARopMaat. Een voordeel van wearables is dat zij continue feedback geven en de hele dag gedragen kunnen worden, waarmee het accent van de behandeling verschoven wordt van episodische behandeling naar langdurende en continue ondersteuning, ook in de thuissituatie bij ambulante behandelingen. Er is echter nog weinig bekend over hoe wearables geïntegreerd kunnen worden in agressieregulatie-behandelingen en wat dit oplevert voor patiënten.

Het huidige onderzoek is ontstaan vanuit een initiatief van Transfore en Fivoor in samenwerking met de Universiteit Twente. Binnen Transfore is een wearable-werkgroep opgestart door behandelaren zelf. Op initiatief van deze groep behandelaren van de poliklinieken van Transfore wordt geëxperimenteerd met het inzetten van wearables in ambulant aangeboden ARopMaat (agressie-regulatie op maat) behandelingen. De wearable-werkgroep is zelf gestart met een eigen, kleine pilot waarin de Garmin Vivosmart 4 wordt ingezet bij ARopMaat behandelingen. Op verzoek van hen willen we in dit project een nieuwe pilot opzetten waarin gekeken wordt naar de behoefte van patiënten en behandelaren met de inzet van wearables in ARopMaat, maar ook gekeken wordt naar de haalbaarheid en de ervaringen van de inzet van wearables binnen ARopMaat. Het doel van het onderzoek is het ontwikkelen van implementatiemateriaal voor het inzetten van wearables in ARopMaat en in de pilot te testen.


In het forensische werkveld wordt met interventies getracht het (zelf)regulerend vermogen van de patiënt en de veiligheid in de samenleving te vergroten. Het oefenen van nieuwe vaardigheden is hierbij van belang. In praktijk ligt de behandelkamer vaak ver af van de daadwerkelijke omgeving waarin de patiënt fungeert, terwijl het risico voor de maatschappij te groot is om te oefenen in reële situaties. Om de brug te slaan tussen de behandelkamer en de maatschappij kan gebruik worden gemaakt van Virtual Reality (VR). Patiënten kunnen in een veilige en relevante omgeving oefenen met het inzetten van gewenst gedrag in aanwezigheid van hun triggers. Door het oefenen van gedrag merk je dat je het kan en groeit de verwachting van jouw eigen vaardigheden (self-efficacy). Verwacht wordt dat het werkende mechanisme van VR is dat zelfcontrole wordt vergroot en daarnaast wordt bestendigd door self-efficacy.

Het doel van het onderzoek is het verkrijgen van inzicht in de mate waarin VR toegevoegde waarde heeft. De onderzoeksvraag hierbij is: Leidt het toevoegen van VR aan de agressieregulatie behandeling tot een verhoging van zelfgerapporteerde zelfcontrole en self-efficacy? 

Het onderzoek is een casestudy gebaseerd op de principes van een Single Case Exeperimental Design. Zes deelnemers worden gevolgd tijdens hun agressieregulatie behandeling, waar gedurende drie weken iedere week één VR sessie wordt toegevoegd. Er wordt drie weken voor- en nagemeten rond de VR sessies. Dit wordt gedaan via dagelijkse zelfrapportagelijsten over de mate van ervaren zelfcontrole en self efficacy in de Ethica app op hun smartphone.


Pagina's