Onderzoek & Publicaties

Onderzoek

Aanleiding:
In 2022 is vanuit het Kenniscentrum Persoonlijkheidsstoornissen een projectgroep gestart met het aanpassen van de bestaande Guideline-Informed treatment for Personality Disorders (GIT-PD) voor ouderen. Dit is een behandelkader waarmee de reguliere zorg voor cliënten met een persoonlijkheidsstoornis verbeterd kan worden. Onderdeel van dit project is het trainen van teams in GIT-PD ouderen. Uw organisatie is reeds betrokken bij dit project en teams worden of zijn getraind in GIT-PD ouderen. Dit onderzoek is onderdeel van dit project.

Doel onderzoek:
Het onderzoek zal zich richten op de implementatie van GIT-PD ouderen binnen teams die werken met ouderen met persoonlijkheidsproblematiek van diverse GGZ instellingen binnen Nederland. Dit doen we door te beoordelen of het haalbaar is om het GIT-PD ouderen kader te implementeren op basis van de GIT-PD principes en door de belemmerende en faciliterende factoren te beoordelen die van invloed (kunnen) zijn op de implementatie. Hierbij worden zowel kwalitatieve als kwantitatieve gegevens gebruikt.


Aanleiding:
In 2022 is vanuit het Kenniscentrum Persoonlijkheidsstoornissen een projectgroep gestart met het aanpassen van de bestaande Guideline-Informed treatment for Personality Disorders (GIT-PD) voor ouderen. Dit is een behandelkader waarmee de reguliere zorg voor cliënten met een persoonlijkheidsstoornis verbeterd kan worden. Onderdeel van dit project is het trainen van teams in GIT-PD ouderen. Uw organisatie is reeds betrokken bij dit project en teams worden of zijn getraind in GIT-PD ouderen. Dit onderzoek is onderdeel van dit project.

Doel onderzoek:
Het onderzoek zal zich richten op de implementatie van GIT-PD ouderen binnen teams die werken met ouderen met persoonlijkheidsproblematiek van diverse GGZ instellingen binnen Nederland. Dit doen we door te beoordelen of het haalbaar is om het GIT-PD ouderen kader te implementeren op basis van de GIT-PD principes en door de belemmerende en faciliterende factoren te beoordelen die van invloed (kunnen) zijn op de implementatie. Hierbij worden zowel kwalitatieve als kwantitatieve gegevens gebruikt.


Inleiding:
Het ontbreken van een goede emotieregulatie in kindertijd en adolescentie maakt kinderen kwetsbaar voor het ontwikkelen van psychopathologie zowel op jonge leeftijd, zoals depressieve symptomen (Garber en Dodge 1991; Kovacs et al, 2008), angstsymptomen (Ollendick en Horsch 2007) en gedragsproblemen (Zeman et al, 2002). Tevens geeft dit een verhoogd risico op het ontwikkelen van psychopathologie in volwassenheid (Cole, Hall, & Hajal, 2017).  Emotieregulatie wordt meer en meer gezien als een transdiagnostische factor in de ontwikkeling van zowel internaliserende als externaliserende psychopathologie (Aldao, et al. 2016), maar evidence based behandelingen voor deze emotieregulatieproblemen zijn nog nauwelijks voorhanden voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Vaak wordt geprobeerd met cognitieve gedragstherapie (CGT) tot klachtvermindering te komen. Het is echter aannemelijk dat een klachtgerichte behandeling niet voldoende effectief is voor kinderen met emotieregulatieproblemen, omdat zij vaak een diffuus klachtenpatroon laten zien, en daarmee onvoldoende profiteren van een behandelprotocol dat specifiek voor één stoornis is ontwikkeld. Daarnaast hebben deze kinderen vaak traumatische of ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt, en gaan hun klachten vaak gepaard (als oorzaak, gevolg of beide) met problemen in de ouder-kindinteractie, waardoor het de moeite waard is te onderzoeken welke rol schematherapie voor kinderen (ST-K) kan spelen in het verminderen van emotieregulatieproblemen bij kinderen.


Inleiding:
Het ontbreken van een goede emotieregulatie in kindertijd en adolescentie maakt kinderen kwetsbaar voor het ontwikkelen van psychopathologie zowel op jonge leeftijd, zoals depressieve symptomen (Garber en Dodge 1991; Kovacs et al, 2008), angstsymptomen (Ollendick en Horsch 2007) en gedragsproblemen (Zeman et al, 2002). Tevens geeft dit een verhoogd risico op het ontwikkelen van psychopathologie in volwassenheid (Cole, Hall, & Hajal, 2017).  Emotieregulatie wordt meer en meer gezien als een transdiagnostische factor in de ontwikkeling van zowel internaliserende als externaliserende psychopathologie (Aldao, et al. 2016), maar evidence based behandelingen voor deze emotieregulatieproblemen zijn nog nauwelijks voorhanden voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Vaak wordt geprobeerd met cognitieve gedragstherapie (CGT) tot klachtvermindering te komen. Het is echter aannemelijk dat een klachtgerichte behandeling niet voldoende effectief is voor kinderen met emotieregulatieproblemen, omdat zij vaak een diffuus klachtenpatroon laten zien, en daarmee onvoldoende profiteren van een behandelprotocol dat specifiek voor één stoornis is ontwikkeld. Daarnaast hebben deze kinderen vaak traumatische of ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt, en gaan hun klachten vaak gepaard (als oorzaak, gevolg of beide) met problemen in de ouder-kindinteractie, waardoor het de moeite waard is te onderzoeken welke rol schematherapie voor kinderen (ST-K) kan spelen in het verminderen van emotieregulatieproblemen bij kinderen.


Aanleiding:
Mensen die worden opgenomen vanwege een manisch (psychotische) episode kunnen gedurende de opname traumatische ervaringen op doen die grote invloed kunnen hebben op hun identiteit en belemmerend kunnen werken in het persoonlijk herstel. De ambulante verpleegkundige behandeling zou een rol kunnen hebben in het in kaart brengen en verwerken van een mogelijk trauma en (daarmee) het persoonlijk herstel bevorderen. Echter  is het nu onduidelijk in welke mate traumatische ervaringen opgedaan gedurende een opname nu onderdeel zijn van de verpleegkundige ambulante behandeling.

Doelstelling:
Inzicht krijgen in de ervaringen van patiënten met een bipolaire stoornis met de ambulante verpleegkundige behandeling, na een doorgemaakte opname vanwege een manisch (psychotische) episode. De resultaten zullen gebruikt worden voor vervolgonderzoek om tenslotte te komen tot passende interventies, mochten de uitkomsten daar aanleiding toe geven.

Vraagstelling:
Hoe ervaren patiënten na een manisch (psychotische) episode de ambulante verpleegkundige behandeling in de verwerking van de episode waarvoor een opname noodzakelijk was en wat de betekenis hiervan voor hun identiteit en wat zijn de gevolgen voor het persoonlijk herstel?

Methode:
Een fenomenologisch kwalitatief design. Semi gestructureerde interviews van 30-60 minuten worden gehouden bij deelnemers die middels convenience sampling geworven worden binnen het netwerk Dimence Bipolair.


Pagina's