Strijbos, Derek

Zingeving & herstel

Probleemstelling:
‘Herstel vanaf dag één’ is het credo binnen Dimence. Gezondheid, en herstel van gezondheid, gaat via de meetlat van de positieve gezondheid van Machteld Huber. De beweging van positieve gezondheid stelt dat er meerdere dimensies zijn waarin iemand gezondheid kan ervaren. Naast lichamelijke gezondheid definieert Huber mentaal welbevinden, kwaliteit van leven, meedoen, dagelijks functioneren en zingeving. Vanuit het perspectief van positieve gezondheid zou zingeving dus eigenlijk altijd een onderdeel van herstel moeten zijn.
In verschillende interviews met behandelaren[1] kwam naar voren dat, hoewel zingeving onderdeel is van de SRH-intake, dit onderwerp soms vermeden wordt, niet gepast lijkt, waarbij de inschatting wordt gemaakt dat patiënten daar (nog) niet aan toe zijn, en het onderwerp meer impliciet wordt besproken als onderdeel van andere levensdomeinen. In het artikel ‘Existentiële thema’s in de behandelrelatie’ (J. Hengeveld ea) geven de auteurs aan dat verpleegkundigen erkennen dat het bespreken van existentiële thema’s de behandelrelatie verbetert maar dat het niet vanzelfsprekend is dat dit ook gebeurt. verpleegkundigen geven in dit artikel aan verlegenheid te voelen bij dit thema. Zij voelen zich hiertoe niet voldoende opgeleid, ervaren te weinig tijd om deze thema’s te bespreken en geven aan kennis te missen over het onderwerp.
Kort samengevat: de dimensie van zingeving staat in de herstelbeweging van Dimence onder druk. Het lijkt niet duidelijk wat de GV hierin zou kunnen betekenen. Dit onderzoek richt zich op de plek van zingeving binnen de herstelgerichte psychiatrie en de bijdrage die de geestelijke verzorging daaraan kan leveren.

De waarde van het eigen plan van aanpak

Inleiding
Vanaf januari 2020 geldt de nieuwe Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) als vervanger van de huidige Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). Een belangrijk doel van de nieuwe wet is het versterken van de rechtspositie van de personen met een psychische stoornis die tegen hun wil zorg krijgen. In die geest introduceert de wet het eigen plan van aanpak. Middels het eigen plan van aanpak kunnen patiënten proberen verplichte zorg via een zorgmachtiging te voorkomen.

Doel
Dit onderzoek verdiept zich in de ervaringen van patiënten en hun naasten die te maken krijgen met de nieuwe wet, specifiek gericht op het eigen plan van aanpak. De wet beoogt het versterken van de rechtspositie van deze personen en hun naasten. Het doel van dit onderzoek is om te onderzoeken of de ervaringen van de patiënten en hun naasten hierbij aansluiten en of het doel van de wet middels het eigen plan van aanpak bereikt wordt.

Zelfonthulling: een overzicht

Van Meekeren, E., Strijbos, D. & Van Deursen, S. (2017). In: E. van Meekeren (ed.) Zelfonthulling: gelijkwaardigheid en openheid in de GGZ. Boom.

Professionele zelfonthulling als ethiek.

Strijbos, D. (2017). In: E. van Meekeren (ed.) Zelfonthulling: gelijktwaardigheid en openheid in de GGZ. Boom.

 

Van cliënt naar co-producent? Onderzoek onder behandelaren in de GGZ om faciliterende en belemmerende factoren vast te stellen.

Aanleiding:
In de GGZ, maar ook in tal van andere sectoren wordt tegen de achtergrond van ‘participatiesamenleving’ verkend op welke wijze de relatie tussen dienstverleners en gebruikers op een andere wijze vorm kan krijgen. Kern daarbij is een herijking van de rol en verantwoordelijkheden van cliënten en de dienstverleners. Dit fenomeen dat bekend is als co-productie wordt gezien als een mogelijkheid om te komen tot betere dienstverlening. De gedachte in de beleidsretoriek is dat de betrokkenheid en input van cliënten (lees: co-productie) zal bijdragen aan betere dienstverlening, meer vertrouwen in dienstverlening, betere benutting van kennis van gebruikers, empowerment van gebruikers, en een grotere mate van efficiëntie. Het is echter de vraag in hoeverre deze beleidsverwachtingen realistisch zijn.
Binnen de Dimence Groep willen we graag onderzoek doen naar de voorwaarden en context waarbinnen therapeuten co-productie een plaats geven in de behandeling van cliënten en welke ervaringen zij daarmee hebben. Beantwoording van deze vraag geeft beter zicht op de overwegingen en afwegingen van behandelaars om co-productie al dan niet een plaats te geven in de behandeling en in het gebruik van co-productie.

Direct Social Perception, Mindreading and Predictive Coding.

De Bruin, L.C. & Strijbos, D.W. (2015).  Consciousness and Cognition, Vol. 36, 565-570. doi:10.1016/j.concog.2015.04.014
Hyperlink: http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1053810015000914

Pagina's