Opleiding

Zelfmanagement en E-health binnen de kliniek

Binnen PDC Hardenberg kliniek hebben de verpleegkundigen een verandering aangebracht in de werk/benaderwijze voor patiënten. Binnen deze werkwijze ligt het zelfmanagement en eigen regie centraal. Om dit verder te ontwikkelen heeft PDC Hardenberg kliniek een verzoek ingediend bij Hogeschool Saxion te Deventer om een praktijkonderzoek te laten uitvoeren door studenten, om antwoord te geven op de vraagstelling: “Welke eHealth modules kunnen toegepast worden tijdens een klinische opname binnen de GGZ ter bevordering van het zelfmanagement van de patiënt?”.

Alcoholgebruik tijdens de zwangerschap, een kwalitatief onderzoek naar overwegingen van vrouwen die prenataal alcohol gebruiken.

Doel:
In dit onderzoek wordt de doorleefde ervaring van zwangere vrouwen die alcohol gebruiken en de overwegingen die zij hebben om wel of niet te stoppen met het prenataal alcoholgebruik onderzocht en geïnventariseerd. Het doel is om een bijdrage te leveren aan interventieontwikkeling voor deze groep vrouwen. 

Onderzoeksvraag:
Welke redenen hebben zwangere vrouwen om tijdens de zwangerschap alcohol te gebruiken?

Existentiële thema’s in de behandelrelatie

religieuze of spirituele interventies bij patiënten met angst- en depressie klachten zijn minstens zo effectief in het verminderen van klachten als reguliere interventies (Paukert, Philips, Culley, Romero & Stanley, 2011). Spirituele zorg is onderdeel van het verpleegkundige beroep en de verpleegkundige is volgens het beroepsprofiel in staat ethische vragen en zingevingsvragen te bespreken met patiënten en collega’s. In de praktijk kan hierin kennistekort of handelingsverlegenheid zijn. Ook kan de grondhouding van de professional zo bepalend zijn dat existentiële onderwerpen in de behandelrelatie onder de oppervlakte blijven (Glas, 2014). Als dat zo is kan de verpleegkundige geen patiëntgerichte zorg meer bieden en heeft hiermee te weinig aandacht voor de patiënt als geheel (van Leeuwen & Cusveller, 2005). Wat niet onderzocht is en motiverend kan zijn voor verpleegkundigen om aandacht te hebben voor existentiële thema’s, is de betekenis van deze thema’s in de behandelrelatie.

Sociaal vaardig door middelengebruik!?

Achtergrond:
Regelmatig wordt door patiënten met een autismespectrumstoornis (ASS) en verslavingsproblematiek aangeven dat middelengebruik hen helpt sociaal te kunnen participeren. De vraag is hoe de omgeving van de patiënt dit ervaart omdat naastbetrokkenen een belangrijke bron van steun vormen voor patiënten met ASS en verslaving en een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de behandeling. Er zijn geen wetenschappelijke artikelen gevonden die deze ervaringen beschrijven.

Verschillen in klinische karakteristieken tussen ROM responders en ROM non-responders in een specialistisch centrum voor bipolaire stoornissen en psychiatrie en zwangerschap: een retrospectief cohortonderzoek

Aanleiding: Dimence verzamelt in het kader van behandelevaluatie gegevens door middel van Routine Outcome Monitoring (ROM). In dit onderzoeksvoorstel is beschreven hoe en onder welke voorwaarden SCBS gebruik wil maken van deze en andere gegevens voor wetenschappelijk onderzoek door middel van een onderzoeksdatabase. Met behulp van deze database willen we antwoord krijgen op de vraag wat de klinische karakteristieken zijn van de patiënten die de ROM niet invullen.

Inventarisatie epidemiologische data IBO Schalkhaar 2015

Asielzoekers en vluchtelingen verlaten hun thuisland vanwege onveiligheid en gevaar, worden tijdens hun vlucht vaak opnieuw blootgesteld aan gevaar en hebben in hun gastland relatief veel psychische en lichamelijke gezondheidsproblemen. Angst, depressie en PTSS komen vaker voor (13-2520%) dan in de gemiddelde Nederlandse bevolking (GAS 2,3 depressie 5,8 5%). Ook de incidentie van psychotische stoornissen is verhoogd onder vluchtelingen migranten. Migratie en acculturatie doen een beroep op de veerkracht van asielzoekers. Er zijn aanwijzingen in de literatuur dat verlenging van de asielprocedure geassocieerd is met een toename van psychiatrische klachten.

De ontwikkeling van de film interventie voor patiënten met een bipolaire stoornis.

Dit onderzoek is gestart in opdracht van SCBS Bipolaire Stoornissen binnen Dimence. Bij bipolaire stoornis type I beleeft de patiënt tenminste één volledige manische episode. In veel gevallen ervaart de patiënt stemmingswisselingen, tussen euforie en depressie met tussengelegen periodes waarin de stemming normaal is. Een manie uit zich in een ontremming met verhoogde stemming. Bij een depressie is er juist sprake van een remming en een sombere stemming (American psychiatric association, 2014).

Caregivers experiences of nursing care which their family members received during their hospitalization due to a manic episode, a qualitative research proposal design

Bipolaire stoornissen zijn ingrijpende psychiatrische ziekten. Tijdens een manie, moeten patiënten, vanwege gebrekkig ziekte-inzicht en probleemgedrag, vaak opgenomen worden op een gesloten psychiatrische afdeling. Het probleemgedrag veroorzaakt ook relatieproblemen tussen patiënt en mantelzorger, zoals uitputting van de mantelzorger. Tijdens een opname krijgt de patiënt behandeling, onder andere door verpleegkundigen. Verpleegkundige zorg bestaat uit begrenzen, de zorg van medicatie, structureren en het gebruik van steunende communicatie. Het is nodig om de ervaringen van de mantelzorgers te kennen om zo een beter afgestemde zorg te kunnen geven aan de patiënt.

Patient experiences with nursing care during a manic episode: a qualitative study with characteristics of phenomenology

Aanleiding:
Een opname op een gesloten afdeling is vaak noodzakelijk voor patiënten die gediagnosticeerd zijn met een bipolaire Ι stoornis en een acute, ernstige manische episode hebben. Tijdens deze opname is verpleegkundige zorg in combinatie met farmacotherapie essentieel. Literatuur over de hoe deze patiënten de verpleegkundige zorg ervaren, is zeer beperkt.

D*Phase psychotherapy study: deelstudie 2: Prognostische en prescriptieve variabelen bij behandeling van patiënten met depressie met Cognitieve Gedrags Therapie (CGT) dan wel Kortdurende Psychodynamische Steungevende Psychotherapie (KPSP).

Rationale: Depression has important consequences, for patients’ wellbeing as well as economically. Treatment has been found effective. Not only medication, but also different kinds of psychotherapy have been studied and found to work to a certain extent, to relieve depressive symptoms. Short-term Psychodynamic Psychotherapy (STSP) has been studied less, but is also promising. In order for STSP to be considered as a first-choice treatment for depression according to the Dutch Guidelines for treatment of depression, one more, well-conducted RCT is needed.

Pagina's