Opleiding

Suïcidaliteit en autisme spectrum stoornissen. Een kwantitatief onderzoek naar de relatie tussen persoonlijkheid en suïcidaliteit.

Aanleiding:
Er is weinig bekend over suïcidaliteit bij autisme spectrum stoornissen (ASS). In de klinische praktijk valt het op dat (geslaagde) suïcides in deze doelgroep erg onvoorspelbaar kunnen zijn. Veelal blijkt er achteraf sprake te zijn geweest van uitzichtloosheid en een langdurige worsteling met veel lijdensdruk. Daarnaast wordt ook de zogenaamde suïcide-balans gezien. Hoe hierop te interveniëren en op welke manier dit moet worden voorkomen bij deze doelgroep is nog niet duidelijk.

Klinische validiteit van online vragenlijsten vergeleken met face-to-face diagnostiek bij patienten met Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten.

Aanleiding:
Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK) zijn klachten die langer dan enkele weken duren en waarbij na adequaat medisch onderzoek geen somatische aandoening wordt gevonden die de klachten voldoende verklaart. Ze zijn zeer veelvoorkomend in de geneeskunde. In de huidige huisartsen richtlijn wordt bij patiënten met SOLK geadviseerd de persoonlijke in stand houdende factoren van hun klachten in kaart te brengen. Het e-health zelfmanagement systeem Grip op klachten wordt ontwikkeld om te ondersteunen in de diagnostiek, monitoring en behandeling van SOLK.

De ondersteuningsbehoefte van partners van een zwangere vrouw met een bipolaire stoornis het verbandmet coping stijl en ervaren sociale steun; een mixed method studie

Het doel van het huidige onderzoek is kennis verzamelen over de behoeften aan ondersteuning van partners van een zwangere vrouw bekend met een bipolaire stoornis. Er zal worden geinventariseerd, op verschillende levensgebieden, wat de ervaren last is van het hebben van een zwangere partner met een bipolaire stoornis en de samenhang van de ervaren last met het hebben van sociale steun en een adequate coping-stijl. De verkregen kennis zou kunnen leiden tot een beter begrip van de last voor partners en inventariseren waar eventuele interventies op zouden kunnen worden ontwikkeld.

Effect van EMDR op symptomen van PTSS en ASS bij volwassenen met ASS

In het onderzoek staat de vraag centraal wat het effect is van EMDR op symptomen van PTSS en van typische ASS-kenmerken bij normaal begaafde volwassenen met ASS. Aanleiding van het onderzoek vormen aanwijzingen dat er sprake is van onderbehandeling van aan trauma gerelateerde klachten bij mensen met ASS. Symptomen die door behandelaars worden beschouwd als symptomen van ASS kunnen manifestaties zijn van stressreacties op het hebben meegemaakt van akelige of bedreigende gebeurtenissen, ook wel diagnostic  overshadowing genoemd.

Wachtlijsten in de ggz

Inleiding:
De wachtlijsten in de ggz (geestelijke gezondheidszorg) bestaan nog steeds. Het risico dat dit met zich meebrengt, is dat cliënten niet op tijd de zorg krijgen die zij wel nodig hebben.

Doel:
1. Inzicht krijgen in het ontstaan van de wachtlijsten in de ggz.  
2. Het realiseren van een betere overbruggingstijd naar een ggz-behandeling voor mensen met een psychische kwetsbaarheid.  
3. Het bevorderen van het herstel tijdens de wachttijd.   

Vraagstelling:
Hoe zijn de wachtlijsten voor mensen met een psychische kwetsbaarheid ontstaan binnen de ggz en kan het project Wachtkracht het welzijn van deze mensen bevorderen.  

Postpartum ervaringen van deelnemers aan de behandelgroep ‘Zwanger en dan?

Inleiding
Zwangerschap is een groot life event en meestal een leuke gebeurtenis maar er kunnen ook complicerende factoren zijn.

Doel

Kwalitatief onderzoek naar de onderbouwing van op exposure gerichte werkvormen in beeldende therapie ter bevordering van de emotieregulatie bij kinderen met een autismespectrumstoornis.

Aanleiding:
edurende het behandeltraject op de groepsbehandeling voor kinderen met ASS wordt gemerkt dat structuur, duidelijkheid en voorspelbaarheid kinderen met ASS helpt, maar dat ontregelen en blootstelling hieraan kinderen met ASS iets leert. Ze worden weerbaarder, flexibeler en leren omgaan met de ontregeling die zij dagelijks ervaren. Beeldende therapie wordt tijdens deze groepsbehandeling onder andere ingezet in het actief ontregelen door de inzet van werkvormen, die de spanning verhogen. Hierdoor leren kinderen deze gevoelens herkennen en hier woorden aan geven. Op deze reden wordt aangenomen dat de emotieregulatie bij kinderen met ASS verbetert als zij bloot worden gesteld in een veilige therapiesetting aan ontregeling en de daarbij horende emoties.

Doel onderzoek:
Het doel van dit onderzoek is de aanname, dat op exposure gerichte werkvormen in beeldende therapie de emotieregulatieproblematiek van kinderen met ASS verminderd, te onderbouwen met bestaande literatuur en ervaringskennis van beeldend therapeuten.

Centrale vraagstelling en deelvragen:
Hoe kan de aanname, dat op exposure gerichte werkvormen (in beeldende therapie) bij kinderen (met ASS) emotieregulatieproblematiek kan verminderen, worden onderbouwd?

Deelvragen:
1) Welke kennis en effecten over exposure bij kinderen (met ASS) gericht op vermindering van emotieregulatieproblematiek (in beeldende therapie) worden beschreven in de bestaande literatuur?
2) Wat zijn de ervaringen van beeldend therapeuten met op exposure gerichte werkvormen ter vermindering van emotieregulatieproblematiek bij kinderen (met ASS)?

Identiteit en ASS. Een patiëntgericht kwalitatief onderzoek naar de ervaringen met de groepsbehandeling ‘Identiteit en ASS’ voor jongeren van ≥13 tot <18 jaar met genderproblematiek bij ASS of kenmerken van ASS.

Inleiding
Genderdiversiteit omvat personen die hun genderidentiteit in twijfel trekken of aan het verkennen zijn, evenals degenen die niet conform zijn met hun geboortegeslacht en personen die zich identificeren als non-binair of transgender (Cooper et al., 2023). Een autismespectrumstoornis (ASS) wordt gedefinieerd als een neurobiologische ontwikkelingsstoornis waarbij sprake is van aanhoudende tekorten in sociale interactie en verbale en non-verbale communicatie en van beperkte of repetitieve interesses en gedragingen (Huys & Dhondt, 2022). Een recente meta-analyse toont aan dat de prevalentie van ASS onder genderdiverse personen 11% was, ten opzichte van slechts 1% onder de cisgender (algemene) bevolking (Kallitsounaki & Williams, 2023). Vanaf januari 2024 wordt de groepsbehandeling ‘Identiteit en ASS’ aangeboden door Jeugd ggz Twente, bestaande uit 20 bijeenkomsten voor de jongeren en 3 ouderbijeenkomsten.

Onderzoeksdoel
Het doel is om eind 2025 inzichtelijk te hebben hoe de deelnemers aan de groepsbehandeling ‘Identiteit en ASS’ deze behandeling ervaren. Deze ervaringen geven een beeld van wat de behandelgroep bijdraagt en wat verbeterd kan worden. Het hogere doel is om de groepsbehandeling te optimaliseren.

Onderzoeksvraag
Hoe ervaren patiënten van ≥13 tot <18 jaar met genderproblematiek bij ASS of kenmerken van ASS de groepsbehandeling ‘Identiteit en ASS’ bij Jeugd ggz Twente?

Methode
Het betreft een kwalitatief beschrijvend onderzoeksdesign en wordt beschreven vanuit de thematische analyse. De onderzoekspopulatie bestaat uit deelnemers van de groepsbehandeling ‘Identiteit en ASS’, waarvan zowel de jongere als de ouder(s)/verzorger(s) informed consent hebben gegeven. Met behulp van face-to-face semigestructureerde interviews worden de ervaringen van de participanten onderzocht.

Suïcidaliteit: betrek ik mijn naasten wel of niet?

Aanleiding:
In de richtlijnen voor behandeling van suïcidaal gedrag wordt geadviseerd om naasten te betrekken bij de behandeling van suïcidaliteit. In de praktijk blijkt echter dat patiënten hier niet altijd toestemming voor geven. Dit heeft gevolgen voor de behandeling, er ontbreekt vaak waardevolle informatie, die alleen naasten kunnen verstrekken. Het heeft ook gevolgen voor het contact tussen behandelaren en familie/naasten na een suïcide. Om gerichte interventies te kunnen ontwikkelen om de samenwerking tussen patiënten, naasten en behandelaren te verbeteren, is het van belang kennis te vergaren over de overwegingen van patiënten bij het wel of niet betrekken van naasten in de behandeling van suïcidaliteit.

Digitale Life Chart: Van papier naar digitaal. Een kwalitatief fenomenologisch onderzoek naar de overwegingen van bipolaire patiënten met een papieren Live Chart om de digitale Life Chart wel of niet te gebruiken

Samenvatting van de inleiding, doel, vraagstelling en methode:
Patiënten met een bipolaire stoornis kunnen leren signalen van naderende stemmingswisselingen te herkennen met behulp van de Life Chart. Dit meetinstrument helpt bij het vastleggen van dagelijkse stemmingen en gebeurtenissen, wat inzicht geeft in stemmingsveranderingen door factoren als stress, medicatie en slaappatronen. Hierdoor kunnen patiënten en behandelaren triggers en waarschuwingssignalen identificeren, wat helpt om terugval te voorkomen. De International Society for Bipolar Disorders beveelt het gebruik van de Life Chart sterk aan.
Digitale innovaties, zoals mobiele apps, maken real-time stemmingsmonitoring mogelijk en bieden direct inzicht in stemmingsverloop en interventies. Ondanks de brede beschikbaarheid van smartphones en apps, is het gebruik van digitale Life Charts onder bipolaire patiënten laag.

Doel:
Dit onderzoek richt zich op het verkrijgen van inzicht in de overwegingen van volwassen patiënten met een bipolaire stoornis die de papieren Life Chart gebruiken, om al dan niet over te stappen op de digitale versie. Dit inzicht kan helpen bij het ontwikkelen van strategieën om het gebruik van de digitale Life Chart te vergroten.

Vraagstelling:
Wat zijn de overwegingen van patiënten met een bipolaire stoornis die de papieren Life Chart gebruiken, om wel of niet gebruik te maken van de digitale Life Chart?

Methode:
Er wordt een kwalitatief, fenomenologisch onderzoek uitgevoerd via diepte-interviews. Hiermee worden de ervaringen, percepties en motivaties van bipolaire patiënten onderzocht met betrekking tot hun besluitvorming over het gebruik van de digitale Life Chart. Deze aanpak biedt diepgaand inzicht in persoonlijke overwegingen en kan bijdragen aan effectieve implementatiestrategieën in de klinische praktijk.

Pagina's