Opleiding

Insight into the role of religion on the experience of living with a suicidal family member.

Aanleiding
Uit onderzoek is gebleken dat het leven met een suïcidaal familielid ervaren wordt als grote last en impact heeft op veel verschillende levensgebieden. Tegelijkertijd is uit onderzoek gebleken dat steun door de familie een beschermende factor is bij suïcidepreventie. Religie is eveneens een beschermende factor voor suïcidaliteit, deels vanwege sterkere morele bezwaren. Deze morele bezwaren kunnen echter ook leiden tot stigma bij familieleden. Omdat stigma een destructieve werking kan hebben, is het belangrijk om te begrijpen hoe stigma werkt voor religieuze familieleden, Daarom  is het noodzakelijk te weten hoe hun religieuze overtuigingen hun ervaringen beïnvloeden en hoe zij religie gebruiken om betekenis te geven aan deze situatie, om hen zo goed mogelijk te begrijpen en te ondersteunen. Zo kan familie op hun beurt bijdragen aan het voorkomen van suïcide.

Zelfmanagement door middel van een signaleringsplan. Een thematische analyse naar wat er volgens de ervaring van patiënten met een psychotische stoornis in het signaleringsplan moet worden opgenomen om zelfmanagement op een zo adequaat mogelijke wijze ui

Aanleiding
Er is onderzoek geweest naar de ervaringen van patiënten, familie en professionals met het opstellen en gebruiken van een signaleringsplan (Van Meijel, 2003). Er is geen onderzoek gedaan naar wat volgens patiënten met een psychotische stoornis in het signaleringsplan moet worden opgenomen om zelfmanagement op een zo adequaat mogelijke wijze uit te voeren. Onderzoek naar dit onderwerp draagt bij aan evidence based practice omdat het inzicht geeft in patiëntenvoorkeuren.

Doelstelling
Het doel van het onderzoek is inzichtelijk maken wat er volgens de ervaring van patiënten met een psychotische stoornis in het signaleringsplan moet worden opgenomen om zelfmanagement op een zo adequaat mogelijke wijze uit te voeren.

Trauma focused treatment (EMDR) for parents of adolescents with autism spectrum disorder and severe and persistent behavioural problems: a pilot study

Research shows that rates of cooccurring emotional and behavioural problems are high in children and adolescents with autism spectrum disorder (ASD). Parents of children with ASD often report higher levels of parental stress. Understanding parental stress is crucial because increased parental stress also effects the wellbeing of their child. The study by Stewart et al (2016) shows that a significant amount of mothers of children with ASD have experienced traumatic events related to their childs ASD and reported post-traumatic stress disorder (according to the criteria by DSM-5), related to the behavioural problems of their child. Parents with PTSD are more likely to have parental problems, such as being less emotional available and perceiving their child more negatively, associated with emotional and behavioural problems in their child (Van Ee et al., 2016), leading to a vicious circle of increasing child’s behavioural problems and increasing parental stress.
In the current single case study parents who have PTSD related to adverse events they have experienced while raising a child with ASD are treated with EMDR. This study focuses on the effects of parents treatment on their child with ASD. The first aim of this study is to investigate whether the level of parental stress decreases and the level of mentalization and reflecting abilities increases post-treatment. The second aim of the present study is to investigate whether family functioning improves after EMDR-therapy. The third aim was to investigate whether behavioural and emotional problems of the child with ASD will decrease after their parents EMDR-therapy. 

 

Overwegingen van mensen met PTSS ten aanzien van de keuze voor een specifieke vorm van traumabehandeling: een kwalitatieve studie.

Inleiding:
Een posttraumatische stressstoornis (PTSS), is een psychiatrische aandoening die kan optreden na een traumatische of ingrijpende gebeurtenis. Van de Nederlandse bevolking geeft 80% aan minimaal eenmalig een traumatische gebeurtenis te hebben meegemaakt waarbij zij zijn blootgesteld aan daadwerkelijke of dreigende dood, ernstige verwonding of seksueel geweld (Lok et al., 2018). De kans om gedurende het leven PTSS te ontwikkelen wordt geschat op 7% en is hiermee een van de meest voorkomende psychiatrische aandoeningen in Nederland. Er zijn diverse evidence based behandelingen voor PTSS, die bestaan uit psychotherapie en/of medicatie. Alhoewel er diverse evidence based behandelmethoden bestaan voor de behandeling van PTSS, komt het in de klinische praktijk voor dat bepaalde methodes meer of minder worden gebruikt dan anderen (Bomyea & Lang, 2012). Het is van belang om behandeling voor PTSS verder te kunnen personaliseren, daarom is het nodig om inzicht te krijgen in de beweegredenen van patiënten om een keuze te maken voor een specifieke behandeling.

Perspectieven van GGZ-professionals op de toepasbaarheid en waarde van de lithiummeter voor de zorgpraktijk bij de behandeling van patiënten met een bipolaire stoornis: een kwalitatieve studie.

Aanleiding:
Lithium is een veelgebruikt medicijn in de behandeling van bipolaire stoornissen. Voor een veilig gebruik van het medicijn dienen GGZ-professionals de bloedspiegels van lithiumgebruikers goed te monitoren. Normaliter wordt dit in het laboratorium gedaan. De lithiummeter biedt het alternatief om de lithiumspiegel van een patiënt direct op locatie te meten via een vingerprik. Het resultaat volgt binnen 8 minuten. De lithiummeter heeft echter ook beperkingen, en een bepaling met dit apparaat is vijf keer zo duur als een lithiumbepaling via het laboratorium. Daarom is het van belang om de toepasbaarheid en waarde van de lithiummeter voor de zorgpraktijk te onderzoeken. (Ch 1)

Doel onderzoek:
Het doel van dit onderzoek is om de perspectieven van GGZ-professionals op de toepasbaarheid en waarde van de lithiummeter voor de zorgpraktijk bij de behandeling van patiënten met een bipolaire stoornis in kaart te brengen. (Ch 2)

Centrale vraagstelling en deelvragen:
Wat is het perspectief van GGZ-professionals op de toepasbaarheid en waarde van de lithiummeter voor de zorgpraktijk bij de behandeling van patiënten met een bipolaire stoornis?

The lived experiences of patient with bipolar disorders with adapting their livestyle tot their condition.

Inleiding en doel
Een bipolaire stoornis (BS) is een chronische aandoening die functionele en psychologische beperkingen geeft. De behandeling bestaat voornamelijk uit medicatie, psycho-educatie en het bevorderen van zelfmanagement door middel van leefstijladviezen. Leefstijlaanpassingen met betrekking tot voeding, roken, alcohol, drugs, lichamelijke beweging, seksueel gedraag, reizen, regelmatig leven en slaap zijn effectief voor patiënten met BS. Het aanpassen van leefstijl leidt tot een grotere kwaliteit van leven en vermindering van symptomen, maar de ene patiënt slaagt er beter in om zijn leefstijl aan te passen dan de andere patiënt. Kennis over de ervaringen van patiënten met het aanpassen van hun leefstijl kan behandelaren helpen om hun begeleiding nog beter te laten aansluiten bij de behoeften van de patiënt.  

The role of intimate relationship problems in intimate partner violence by family-only perpetrators

Partnergeweld is wereldwijd een veelvoorkomend probleem. Zogenoemde ‘family-only’ plegers vormen de grootste groep van geweldplegers. Zij beperken het geweld tot de huidige of ex-partner, daarentegen worden zij buitenshuis niet gekenmerkt door antisociaal of gewelddadig gedrag. Voor de behandeling van deze patiënten is het belangrijk om risicofactoren in kaart te brengen. Er is al veel onderzoek gedaan naar statische en stabiel dynamische risicofactoren, maar er is nog weinig bekend over acuut dynamische risicofactoren. In deze studie staan deze laatste soort factoren centraal. De focus ligt op één domein: Problemen in de intieme relatie. Uit de praktijk is namelijk gebleken dat dit soort problemen vaak een rol speelt wanneer een conflict escaleert tot geweld. Dit is echter nog niet theoretisch onderbouwd. Deze studie exploreert dan ook de rol van problemen in de intieme relatie in family-only geweldpleging. Hiervoor zal eerst worden besproken wat acuut dynamische risicofactoren nou eigenlijk zijn. Vervolgens wordt, door middel van delictanalyses en focusgroepen, onderzocht in welke mate agressie wordt gebruikt als communicatiemiddel, om aandacht te krijgen of om gevoelens te uiten net voor het plegen van partnergeweld. Hierbij wordt ook vanuit een dyadisch perspectief gekeken naar hoe het gedrag van de partner bijdraagt aan het conflict. Ten slotte zal er aandacht worden besteed aan het beter integreren van acuut dynamische risicofactoren in de behandeling. 

Fasen van het herstelproces bij patiënten met een ernstige psychiatrische aandoening in de praktijk.

1 Probleemanalyse  
Er zijn veel veranderingen geweest binnen de GGZ in de afgelopen decennia. De afgelopen tien jaar is er onder andere aandacht besteed aan de ambulantisering, het verplaatsen van de intramurale zorg naar ambulante zorg. Het streven van de ambulantisering is het realiseren van minder en kortere psychiatrische opnamen met een gelijktijdige verbetering van de ambulante zorg en ondersteuning van mensen met een psychische aandoening thuis (Trimbos, 2019b). Het doel is de psychische zorg thuis te verlenen, in de eigen, vertrouwelijke omgeving van de patiënt, zodat de patiënt in de maatschappij kan participeren. Er wordt gesteld dat ambulantisering positieve kenmerken met zich mee brengt ten opzichte van een intramurale opname. Binnen de ambulante zorgverlening kan er beter aangesloten worden op de sociale, maatschappelijke rollen en het netwerk van de persoon. Effectieve en adequate coping kan gemakkelijker aangeleerd worden in het dagelijks leven van de persoon. Daarnaast zouden klinische opnames stigmatiserend en hospitaliserend zijn ten opzichte van ambulante zorg (Prinsen, z.d.).   
Als resultaat van de ambulantisering wordt er een afname van intramurale zorg gezien. In 2012 waren er in totaal 18.700 klinische opnameplaatsen beschikbaar, zoals beschermde woonvormen, langdurige opname afdelingen en eerstelijnsbedden. Door de continue afname telde het land in 2018 een totaal aantal van 14.250 klinische opnameplekken binnen de GGZ (Trimbos, 2019a). Nederland telt totaal ongeveer 280.000 mensen met EPA, waarvan het grootste gedeelte op zichzelf en onder behandeling staan bij een FACT-team (Flexible Assertive Community Treatment) of IHT-team (Intensive Home Treatment) (Trimbos, 2019a).  
De afname van klinische opnameplaatsen is een gevolg van de ambulantisering binnen de GGZ. Echter blijkt dat de landelijke toename van ambulante zorg en hierbij de verbetering van de ambulante zorg, achter blijft op de mate van afname van de zorgverlening in de klinische setting. Dit resulteert in te weinig ambulante zorg ten opzichte van de benodigde hoeveelheid zorg. Hierdoor is er een groter risico op terugval. De ambulantisering van de zorgverlening brengt ook met zich mee dat klinische opname bij patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen pas later plaatsvindt, waardoor er toename van complexiteit en zorgzwaarte wordt gezien binnen de klinische setting (Kroon et al., 2021).   

Patiëntervaringen met Vaardighedenweb ASS

Inleiding
Binnen het SCOS van Dimence wordt bij volwassenen met autismespectrumstoornis momenteel het Vaardighedenweb ASS vanaf intake ingezet. Vaardighedenweb ASS betreft een verpleegkundige interventie waarmee op een gestructureerde en methodische manier met patiënten en waar mogelijk met hun netwerk, geïnventariseerd wordt op welke levensgebieden hulpvragen bestaan op basis waarvan verpleegdoelen en bijbehorende interventies kunnen worden ingezet en gemonitord. Zodoende kunnen patiënten mede sturing geven aan de eigen behandeling en een ‘autistische niche’ vormen. Hierdoor heeft Vaardighedenweb ASS de potentie om ten positieve bij te dragen aan zelfregulatie van volwassenen met ASS, aan positieve gezondheid en uiteindelijk: een meer betekenisvol leven. De ervaringen van patiënten aangaande het werken met dit instrument is echter nog niet eerder onderzocht.

Shared Decision making maakt de cirkel rond

Aanleiding: 
Shared decision making (SDM) of gezamenlijke besluitvorming krijgt een steeds nadrukkelijkere rol in de gezondheidszorg over de gehele wereld en wordt steeds meer toegepast door onder andere verpleegkundigen, medici en paramedici. De effecten van SDM zijn evidence based. Uit onderzoek blijkt onder andere dat cliënten besluitvaardiger worden en dat SDM de uitkomsten van een behandeling verbetert. Daarnaast zorgt SDM voor meer therapietrouw binnen de behandeling en voor een grotere tevredenheid onder cliënten. In het FACT team is al een aantal jaar een proces gaande waarin de visie van de cliënt een nadrukkelijkere rol krijgt in de behandeling. Het doel is de behandeling zoveel mogelijk samen met de cliënt en dienst naasten vorm te geven. SDM leent zich daar bij uitstek voor. 

 

Pagina's