Opleiding

Een correlationeel onderzoek naar factoren die van invloed zijn op het gebruiken van een life-chart door zwangere vrouwen met een bipolaire stoornis

Aanleiding:
Dit onderzoek maakt deel uit van een onderzoekslijn waar geïncludeerde patiënten gebruik maken van het zelfmanagementinstrument de life-chart. Het is echter onduidelijk of er factoren van invloed zijn voor het gebruiken van een life-chart door zwangere vrouwen met een bipolaire stoornis. Hypothetisch wordt gedacht dat het opleidingsniveau, afkomst, therapietrouw en het hebben van eerdere ervaringen van zwangerschap invloed kunnen hebben op het gebruik van de life-chart.

Doel onderzoek:
Middels dit onderzoek wordt inzichtelijk welke factoren van invloed zijn op het toepassen van  een life-chart door zwangere vrouwen met een bipolaire stoornis. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen gebruikt worden om beter aan te sluiten bij de patiënt.

Centrale vraagstelling:
Zijn er vanuit de bestaande database factoren te vinden die verklarend zijn voor het gebruiken van een life-chart door zwangere vrouwen met een bipolaire stoornis?

Onderdeel van Innovatieopdracht Team Angst en Stemming,

Aanleiding:
Het vertrekpunt is om een advies uit te brengen m.b.t. een nieuwe behandelaanbod geeft de indruk dat er patiënten zijn met stemming- en angstklachten, die deze klachten blijven houden ondanks behandeling binnen de SGGZ en mogelijk nu niet de meest passende zorg krijgen. Dit belemmert mogelijk ook de doorstroom vanuit de SGGZ. Voor het nieuwe behandelaanbod wordt de focus dan verlegt van klachtenreductie naar het leren leven met de klachten, autonomie bevorderend en uitgaande van de krachten van de patiënte. De reden waarom er patiëntgebonden gegevens opgevraagd worden is om te onderzoeken of de patiëntenpopulatie die klachten blijft houden, of hier overeenkomsten in zitten. Is er een bijv. overeenstemming te zien in de diagnose? Dit geeft richting aan een te formuleren advies.

VooRuit met VR: idee voor VR-toepassing voorleggen aan stakeholders met als doel inzicht te krijgen in verbeterpunten en acceptatie van het idee. Deelonderzoek van VooRuit met VR

Doel onderzoek:
Het doel van dit onderzoek is om te onderzoeken in hoeverre de eerder geïdentificeerde values (voorkeuren, wensen, toegevoegde waarde) van stakeholders m.b.t. een VR-toepassing voor de forensische geestelijke gezondheidszorg worden vertegenwoordigd in het concrete idee voor de VR toepassing.  Het tweede doel is het onderzoeken in hoeverre de values naar voren komen in het concrete idee voor de VR-toepassing en welke verbeterpunten nodig zijn om de values zo goed mogelijk te vertegenwoordigen.

Centrale vraagstelling en deelvragen
De vraag die centraal staat bij dit gedeelte van het onderzoek is: Worden de values van de stakeholders van ontwikkeling van VR voor de forensische ggz vertegenwoordigd in dit concrete idee voor de VR-toepassing?

Toepassingsmogelijkheden filminterventie

Doel onderzoek:
Door middel van dit onderzoek wil ik graag onderzoeken welke mogelijkheden patiënten nog meer zien in de toepassingsmogelijkheden van de filminterventie. Dit na  aanleiding van de resultaten van het onderzoek van Groot Lipman (2017). In dat onderzoek bleek namelijk dat patiënten het filmpje op andere mogelijke manieren konden gebruiken. Echter is er nog geen verder onderzoek gedaan hiernaar en daarom is dit onderzoek wenselijk.
Daarbij wil ik ook onderzoeken hoe deze meerdere toepassingsmogelijkheden positief kunnen bijdragen aan de hulpverlening voor zowel patiënt als de professionals. Dit samen wil ik beschrijven in een aanbeveling voor het specialistisch centrum voor bipolaire stoornissen van Dimence voor het verder ontwikkelen van deze innovatie.

Suïcidaliteit en Religie: een Kwestie van Leven en Dood

Aanleiding:
In de multidisciplinaire richtlijn ‘diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag’ wordt beschreven dat betrokkenheid bij een religieuze gemeenschap een beschermende factor is en meegenomen moet worden in de beoordeling van het suïciderisico. (1) Nu is de vraag in hoeverre religieuze achtergrond / levensbeschouwing (verder benoemd als r/l) tijdens een suïcidaliteitsbeoordeling wordt uitgevraagd door psychiaters en AIOS psychiatrie.

Hoe kan Transfore significant others begeleiden in het rouwproces bij een klinische opname.

Aanleiding:
De aanleiding voor dit onderzoek is dat er eerder onderzoek is gedaan naar significant othersn dat dit een moeilijk thema bleek. Daarnaast heeft Transfore niet direct de functie om significant others te behandelen maar voelt het wel de maatschappelijke betrokkenheid. Daarbij stelt de literatuur dat significant others ook een zwaar belastende tijd doormaakt en dat een sterk netwerk (waaronder significant others) mogelijk de kans op recidive verkleint.

Doel onderzoek:
Om Transfore een antwoord te kunnen geven welke rol het maatschappelijk werk kan hebben voor de significant othersvan patiënten en wat daarvan de toegevoegde waarde is. Daarin kan er bijgedragen worden aan het meerjarenplan van Dimence Groep? Transfore? Dimence Groep en Transfore, waarin staat dat er bijgedragen wordt aan gastvrijheid en gewerkt wordt vanuit de contextuele benadering.

Betrokkenheid van Naastbetrokkenen in de zorg voor Psychose en Bipolaire patienten: een kwalitatief onderzoek

Aanleiding:
Er heerst rondom de psychiatrie een stigma, maar in hoeverre zijn mensen bekend met psychiatrische aandoeningen en begrijpen zij wat er aan de hand is?
In ons onderzoek willen wij gaan kijken naar de kennis en het begrip rondom psychiatrische ziekten bij directe betrokkenen rondom de patiënt, denk hierbij aan familie en vrienden. Op basis van de kennis en het begrip over psychiatrische aandoeningen die al bestaan willen wij een voorlichting op gang zetten om dit beeld te verbeteren en te vergroten.
Naar dit onderwerp is tot op heden nog geen representatief onderzoek gedaan. Echter zijn er al wel onderzoeken gedaan naar de invloeden van copingstijlen en stigma’s op familieleden van patiënten, denk hierbij aan de onderzoeken van Rowaert et al. en  Karnieli-Miller et al. Er is nog geen duidelijk antwoord  op de vraag ‘wat is de staat van de kennis en begrip bij familieleden van patiënten met een psychiatrische stoornis’.

Hypothese
De betrokkenheid van naasten in de psychiatrische zorg kan worden verbeterd door het aanleveren van voorlichtingsmateriaal, zoals folders en website-tekst, en het organiseren van voorlichting aan groepen ouders.

Persoonsgerichte zelfmanagement bij de Bipolaire Stoornis

Aanleiding:
Zelfmanagement wordt steeds belangrijker binnen de behandeling van de bipolaire stoornis. Het succesvol aanleren van zelfmanagement vaardigheden hangt niet alleen af van het individu, maar blijkt afhankelijk te zijn van vele factoren, zoals de sociale omgeving. Een mogelijke factor zou de mate van zelfmanagement aan het begin van de behandeling kunnen zijn.

Doel onderzoek:
Het doel van deze studie is te kijken of zelfmanagement gerichter kan worden toegepast binnen de behandeling en op deze manier de behandeling kwalitatief kan worden verbeterd. De ROM-data kan hierdoor praktischer gebruikt worden binnen de behandeling.

Het gebruik van eHealth door behandelaren in de forensische geestelijke gezondheidszorg.

Doel onderzoek:
Het doel van dit onderzoek is om de factoren in kaart te brengen die volgens behandelaren een belemmering vormen bij het gebruik van MindDistrict in de ambulante forensische ggz. Dit met als doel om het gat tussen wat er in theorie mogelijk is op het gebied van eHealth en wat er in de praktijk gebeurt proberen te dichten.

Centrale vraagstelling en deelvragen:
De vraag die centraal staat in dit onderzoek is als volgt: Welke factoren hebben volgens behandelaren invloed op het gebruik van Minddistrict in de forensische ggz bij de behandeling van patiënten?
Deze vraag zal beantwoord worden door middel van de volgende deelvragen:

Piep zei de muis

Aanleiding:
Interventie PIEP zei de muis is een preventieve interventie voor KOPP/KVO-kinderen of kinderen met stress in de thuissituatie, in de leeftijd 4 t/m 8 jaar uit achterstandswijken. Deze preventie is in 2009 aangepast en nu wordt opnieuw naar de werkzaamheid van de interventie gekeken.

Hypothese:
Gezinsfunctioneren verbetert
Welbevinden van het kind verbetert
Probleemgedrag van het kind vermindert

Pagina's