Ondanks dat online-interventies al meer dan 10 jaar in de Nederlandse forensische ambulante zorg worden gebruikt is er nog geen grondig evaluatieonderzoek uitgevoerd. Onderzoeken naar online-interventies in de reguliere geestelijke gezondheidszorg tonen veelbelovende resultaten: online modules kunnen de kwaliteit en efficiëntie van de zorg vergroten. Het blijft echter onduidelijk of, waarom en voor wie deze interventies werken in de forensische zorg. Het is met name belangrijk om te onderzoeken of zulke interventies van toegevoegde waarde zijn voor deze complexe patiëntpopulatie, die bekend staat om een lage behandelmotivatie, co-morbiditeit en een laag lees- en schrijfniveau.
Het hoofdzakelijke doel van deze studie is te onderzoeken in hoeverre de toevoeging van de online-interventie 'Agressie' aan de bestaande ambulante behandeling van forensische psychiatrische patiënten resulteert in betere behandeluitkomsten op zelf-gerapporteerde ‘self-efficacy’, ‘treatment readiness’ en agressie. Daarnaast wordt onderzocht in hoeverre de interventiegroep minder behandelsessies behoeft en meer verbetering laat zien op dynamische risicofactoren i.v.m. de controlegroep. Tevens wordt onderzocht in hoeverre de mate van 'engagement' aan de online-interventie de mate van adherentie en effectiviteit voorspelt. Tot slot wordt er tijdens dit onderzoek gekeken naar redenen voor de (in)effectiviteit van de interventie, volgens patiënten en behandelaren.
Voor dit onderzoek wordt er een randomized controlled trial design gebruikt. De deelnemende patiënten vullen vier keer drie verschillende vragenlijsten in: aan de start (baseline), op de helft van de behandeling (+6 weken), na de behandeling (+14 weken) en tijdens een follow-up (+26 weken). Daarnaast worden er semigestructureerde interviews afgenomen met 20 willekeurig geselecteerde patiënten uit de experimentele conditie en hun behandelaren om de resultaten van de RCT te verklaren.