Overig

Een sprong in het diepe: Een single-case experimental design-onderzoek naar het effect van de virtual reality biofeedback game DEPP in forensische psychiatrische zorgklinieken.

Forensisch psychiatrische patiënten worden behandeld vanwege (dreigend) delictgedrag dat deels verklaard kan worden door één of meer psychiatrische stoornissen. Deze doelgroep heeft over het algemeen weinig behandelmotivatie, complexe psychosociale problematiek en vaak lagere cognitieve vaardigheden. Hierdoor zijn bestaande behandelmethodieken zoals cognitieve gedragstherapie, die vaak een groot beroep doen op vaardigheden als reflectie, herinnering, lezen of schrijven, niet altijd de beste fit. Er is een behoefte aan interventies die beter aansluiten bij de behoefte en vaardigheden van forensische patiënten.

DEEP is een virtual reality (VR) game waarin de gebruiker middels biofeedback spanning leert te reduceren middels diafragmatische ademhaling. In DEEP beweegt de speler zich door een onderwaterwereld door deze diepe ademhaling, terwijl hij een buikband draagt en visuele feedback krijgt op hoe ‘goed’ hij ademt. Ondanks dat DEEP onderzocht is bij studenten en bij jongeren met gedragsproblemen, is het nog niet gebruikt bij forensisch psychiatrische patiënten. Daarom zal in deze studie worden onderzocht of DEEP middels de focus op het herkennen van fysiologische arousal, het aanleren van diafragmatische ademhalingstechnieken en de gamified wijze waarop ze worden aangeleerd een passende manier biedt om patiënten effectief te ondersteunen in stress- en agressieregulatie.

Goed leven met een psychische aandoening

Bij een mentale instelling worden verschillende soorten behandelingen aangeboden die zich vooral richten op hoe de cliënt het beste kan omgaan met de bestaande klachten. Daarnaast is het ook belangrijk dat de cliënt wordt geholpen met hoe kan worden omgegaan met het mentale welzijn en persoonlijk herstel. Een veelbelovende behandeling is ontwikkeld door de Universiteit Twente, genaamd: Goed leven met een psychische aandoening. Deze behandeling richt zich op het mentaal welbevinden, persoonlijk herstel en leren omgaan met hoe bestaande klachten een waardevolle aanvulling kunnen zijn voor mensen met een blijvende psychische aandoening.

In Control: Can self-control training (SCT) improve the effectiveness of interventions?

Mensen met een ernstige psychiatrische stoornis bewegen vaak te weinig. Dit heeft een negatieve invloed op hun gezondheid en kwaliteit van leven. Helaas is het lastig om deze kwetsbare doelgroep in beweging te krijgen en blijken voor hen bestaande interventies voor fysieke activiteit ook nog eens minder goed te werken. Een verklaring hiervoor is het falen van zelfcontrole, ook wel wilskracht of zelfregulatie genoemd. Zelfcontrole kan op een laagdrempelige manier getraind worden door middel van zelfcontroletraining (ZCT). In tegenstelling tot bestaande interventies is bij ZCT geen bewuste reflectie nodig; deelnemers hoeven slechts hun niet-dominante hand te gebruiken voor alledaagse taken zoals het openen van deuren. Op die manier trainen ze hun ‘zelfcontrolespier’, wat weer bijdraagt aan doelgericht, gezond gedrag zoals fysieke activiteit. Om ZCT op een aantrekkelijke en motiverende manier aan te bieden hebben we in het afgelopen jaar, in nauwe samenwerking met patiënten, een ZCT-app ontwikkeld: Scipp (Self-Control Intervention aPP). Het komende jaar gaan we door middel van ‘single-case experimental designs’, een relatief nieuwe onderzoeksmethode in dit veld, onderzoeken of het gebruik van deze app in combinatie met een bestaande interventie (Google Fit) leidt tot meer fysieke activiteit bij mensen met een ernstige psychiatrische stoornis. De eerste SCED duurt 49 dagen en de tweede SCED duurt tussen de 28 en 70 dagen (afhankelijk van eerste onderzoeksresultaten).

Wearables in de forensische zorg: het patiëntperspectief

Vanuit onderzoek en de klinische praktijk is er steeds meer vraag naar inzicht over of, hoe en waarom wearables met biofeedback van toegevoegde waarde kunnen zijn voor de behandeling van agressie in de forensische zorg. Binnen Transfore zijn enkele behandelaren gestart met het gebruiken van de Garmin Vivosmart 4 in hun ambulante AR op Maat groepsbehandelingen. Omdat ze inzicht willen krijgen in het patiëntperspectief, is gevraagd om onderzoek uit te voeren naar de ervaren voordelen, barrières en werkingsmechanismes volgens patiënten die de wearable gebruiken. Middels semi-gestructureerde interviews met ongeveer 20 patiënten wordt gevraagd naar de toegevoegde waarde, verbeterpunten, en eventuele verbeteringen op ‘interoceptive awareness,’ ‘regulatory emotional self-efficacy’ en zelfcontrole. Deze exploratieve interviewstudie heeft als doel om concrete aanknopings- en verbeterpunten te leveren voor de behandelpraktijk. Daarnaast zal het eerste inzichten leveren in mogelijke werkingsmechanismen van wearables.

De toegevoegde waarde van DEEP, een biofeedback game in virtual reality, volgens forensisch psychiatrische patiënten en hun zorgverleners

Dit onderzoek is deel van een groter project (‘Een sprong in het diepe’) waarin we de werkzaamheid en implementeerbaarheid van de interventie DEEP in de klinische forensische psychiatrie onderzoeken. DEEP is een ‘applied game’ gebaseerd op wetenschappelijke kennis over angst- en stressregulatie. Door middel van gepersonaliseerde, op ademhaling gebaseerde biofeedback biedt DEEP gebruikers een meeslepende onderwaterwereld in VR waarin ze ontspanningsvaardigheden kunnen trainen. Deze interventie lijkt door de ervaringsgerichte aanpak goed te passen bij de forensische zorg, maar er is behoefte aan meer onderzoek naar evaluatie en implementatie van dit soort ‘experiëntiële’ interventies. In dit eerste kwalitatieve deelonderzoek gaan we door middel van vijf focusgroepen met in totaal ongeveer 25 zorgverleners van twee organisaties (Transfore en GGzE) en interviews met ongeveer tien forensisch psychiatrische patiënten op zoek naar de ervaren toegevoegde waarde en implementatievoorwaarden voor DEEP. We beantwoorden daarmee de volgende onderzoeksvragen:

Welke toegevoegde waarde (values) moet DEEP hebben voor de patiënt, zorgverlener en forensische instellingen volgens deze stakeholders?
Op welke manier kan DEEP worden gebruikt in de FPK’s en FPA’s volgens patiënten, zorgverleners, managers en de commerciële partners?

In de semigestructureerde interviews en focusgroepen wordt gebruik gemaakt van een interviewschema. Allereerst zullen participanten DEEP zelf ervaren, waarna gevraagd zal worden naar mogelijke voordelen en barrières. Daarna zullen de implementatievoorwaarden uitgevraagd worden, gericht op wensen en behoeftes van de patiënt, benodigdheden van de zorgverleners, activiteiten vanuit de organisatie en eigenschappen van DEEP zelf. 

Het patiëntperspectief op het gebruik van VR binnen de forensische psychiatrie.

De VR-toepassing ‘Triggers en Helpers’, ontwikkeld door en voor patiënten en behandelaren in de forensische zorg, biedt mogelijkheden om triggers (acuut-dynamische risicofactoren) en helpers (coping vaardigheden) van patiënten te identificeren en te oefenen in een veilige, realistische en controleerbare omgeving. Tijdens VR sessies kunnen patiënten door virtuele omgevingen lopen, zoals een winkelstraat. Bovendien kunnen ze een virtueel rollenspel doen door middel van een stem-vervormende microfoon die gebruikt wordt door de therapeut. Er is een uitgebreid scala aan mogelijkheden om een gepersonaliseerd VR scenario te ontwikkelen en meer en meer behandelaren worden getraind in het gebruik van VR.

Echter weten we nog weinig over het patiëntperspectief bij het gebruik van VR in een behandeling.

Het doel van dit onderzoek is in kaart brengen wat de eerste ervaringen van patiënten zijn met het gebruik van VR. De resultaten van dit onderzoek kunnen we meenemen in de inbedding van de VR toepassing ‘Triggers en Helpers’ in de behandeling.

 

De methode die we toepassen zijn korte gebruikerstesten (ongeveer 15 minuten) waarbij patiënten blootgesteld worden aan neutrale situaties in VR. De test bestaat uit 3 opbouwende stappen die plaatsvinden in VR en een kort interview over hun eerste ervaringen achteraf. Tijdens de gebruikerstest wordt de hartritme variabiliteit en huidgeleiding staat gemeten door de Empatica E4. Op deze manier kunnen we het stresslevel van de patiënt monitoren. Daarnaast wordt de patiënt regelmatig gevraagd naar het spanningslevel en ervaringen. Achteraf vult de patiënt de AASP in. Deze vragenlijst meet het effect van sensorische prikkelverwerking op het dagelijks functioneren van volwassenen.

 

Suïcides en suïcidepogingen gekoppeld aan individuele-patiëntendata – een pilot voor SUPRANET GGZ

Binnen SUPRANET GGZ werken 16 GGZ instellingen samen om de kwaliteit van suïcidepreventie zichtbaar te maken, te leren wat er beter kan en de zorg waar nodig te verbeteren. De kwaliteit van suïcidepreventie wordt geanalyseerd aan de hand actiegerichte indicatoren gedefinieerd in een Minimale Dataset (MDS).
Het is de intentie om over te stappen op het verzamelen van individuele-patiëntendata (IPD). Om dit voor te bereiden, stellen we voor een pilotonderzoek uit te voeren bij Altrecht, Arkin, Dimence en GGZ inGeest. Deze pilot beoogt te onderzoeken:
Wat is de haalbaarheid van het werken met IPD binnen vier instellingen die aangesloten zijn bij SUPRANET GGZ?
In hoeverre hangen de indicatoren van de MDS samen met suïcides en suïcidepogingen binnen deze instellingen?

Groepstherapie voor LVB patiënten met agressie problematiek

Binnen polikliniek De Tender van Transfore geven wij onder andere behandelingen aan mensen met een LVB en agressieproblematiek. Op het moment draaien daarvoor twee verschillende groepsbehandelingen die onderdeel uitmaken van ons regulier zorgaanbod (www.transfore.nl).
De ene groep heet de Grip Op Agressie (GOA) en de andere groep heet AR op Maat plus. Beide methoden zijn ontwikkeld in het kader van Kwaliteit Forensische Zorg (www.kfz.nl). Beide groepsbehandelingen zijn door de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie officieel erkend als behandelprogramma voor mensen met een LVB en agressief (delict)gedrag (https://www.justitieleinterventies.nl). Onduidelijk is welke behandelvorm voor welke (specifieke) groep het meest effectief en efficiënt is. GOA is van de grond af opgebouwd als een interventie specifiek voor LVB patiënten, terwijl AR op Maat Plus een doorontwikkeling is van een behandelinterventie bij jong volwassenen (zie o.a. Hoogsteder et al, 2020). Om hier enig zicht op te krijgen willen we deze behandelvormen exploratief vergelijken waarbij we gebruik zullen maken van gegevens die onderdeel zijn van treatment as usual (TAU), zoals risicotaxatie. Ook willen we de subjectieve beoordeling van de ontwikkeling van de patiënt door de behandelaar meenemen in de vergelijking. De centrale onderzoeksvragen zijn: In hoeverre is er sprake van een verschil in de vermindering van recidiverisico, gemeten met de FARE en de DROS 2.0, tussen de behandeling met GOA en met AR op Maat plus? En: In hoeverre is er sprake van verschil in de beoordeling van de behandeling door de behandelaren, gemeten met de Therapist Satisfaction Index (TSI, Chorpita et al., 2015), tussen de behandeling met GOA en met AR op maat plus?

Samen Beslissen met ROM in de ggz-keten

Deze cohortstudie maakt deel uit van het project Samen beslissen met ROM, op een subsidie vanuit het Zorginstituut Nederland, bestaande uit 8 deelprojecten door 8 verschillende GGZ instellingen, allen lid van SynQuest. Deze deelprojecten hebben gezamenlijk de volgende speerpunten: 1. Gespreksmodel samen beslissen met ROM en ROM-methode specificeren naar doelgroepen.
2. Verrijken van informatie uit ROM met proces en behandelinhoudelijke informatie.
3. Toerusten van patiënten om ROM te gebruiken bij samen beslissen in verschillende behandelfases.
4. ROM als informatiebron benutten bij overdracht in de keten naar, binnen en vanuit de ggz.
Doel van de cohortstudie is om de verbeterslag in de implementatie van Samen Beslissen met ROM (en andere informatiebronnen) te evalueren en verder te optimaliseren door:
• Vast te stellen in hoeverre en hoe Samen Beslissen met ROM zowel indirect (via Decisional Conflict) als direct bijdraagt aan betere behandelresultaten, meer tevredenheid, minder drop-out, no-show en een kortere behandelduur;
• na te gaan of patiëntkenmerk(en) hierop van invloed zijn;
• te verkennen of de mate van Decisional Conflict verschilt per type besluit.
Patiënten worden gevolgd in de tijd via drie metingen. De ROM-metingen en patiëntkenmerken zijn standaard beschikbaar via de systemen (EPD, QuestManager, DWH) van de instellingen.

Haalbaarheidsonderzoek VerlofHulp 2.0

Er komt een moment in de behandeling van forensisch psychiatrisch patiënten dat ze met (onbegeleid) verlof mogen. Om patiënten te ondersteunen met hun verlofdoelen tijdens hun verloven is in samenwerking met GGZ Noord-Holland Noord en Minddistrict de VerlofHulp app ontwikkeld als call van KFZ. Na een kleine pilot in 2017 is de app aangepast naar versie 2.0. Het doel van dit onderzoek in opdracht van KFZ is om middels een pilot bij verschillende organisaties de Verlofhulp 2.0 te evalueren op patiënt-, behandelaar- en organisatieniveau, indien noodzakelijk te optimaliseren en bredere implementatie voor te bereiden. De focus ligt op usability en feasibility.

Pagina's