Overig

Suïcides en suïcidepogingen gekoppeld aan individuele-patiëntendata – een pilot voor SUPRANET GGZ

Binnen SUPRANET GGZ werken 16 GGZ instellingen samen om de kwaliteit van suïcidepreventie zichtbaar te maken, te leren wat er beter kan en de zorg waar nodig te verbeteren. De kwaliteit van suïcidepreventie wordt geanalyseerd aan de hand actiegerichte indicatoren gedefinieerd in een Minimale Dataset (MDS).
Het is de intentie om over te stappen op het verzamelen van individuele-patiëntendata (IPD). Om dit voor te bereiden, stellen we voor een pilotonderzoek uit te voeren bij Altrecht, Arkin, Dimence en GGZ inGeest. Deze pilot beoogt te onderzoeken:
Wat is de haalbaarheid van het werken met IPD binnen vier instellingen die aangesloten zijn bij SUPRANET GGZ?
In hoeverre hangen de indicatoren van de MDS samen met suïcides en suïcidepogingen binnen deze instellingen?

Groepstherapie voor LVB patiënten met agressie problematiek

Binnen polikliniek De Tender van Transfore geven wij onder andere behandelingen aan mensen met een LVB en agressieproblematiek. Op het moment draaien daarvoor twee verschillende groepsbehandelingen die onderdeel uitmaken van ons regulier zorgaanbod (www.transfore.nl).
De ene groep heet de Grip Op Agressie (GOA) en de andere groep heet AR op Maat plus. Beide methoden zijn ontwikkeld in het kader van Kwaliteit Forensische Zorg (www.kfz.nl). Beide groepsbehandelingen zijn door de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie officieel erkend als behandelprogramma voor mensen met een LVB en agressief (delict)gedrag (https://www.justitieleinterventies.nl). Onduidelijk is welke behandelvorm voor welke (specifieke) groep het meest effectief en efficiënt is. GOA is van de grond af opgebouwd als een interventie specifiek voor LVB patiënten, terwijl AR op Maat Plus een doorontwikkeling is van een behandelinterventie bij jong volwassenen (zie o.a. Hoogsteder et al, 2020). Om hier enig zicht op te krijgen willen we deze behandelvormen exploratief vergelijken waarbij we gebruik zullen maken van gegevens die onderdeel zijn van treatment as usual (TAU), zoals risicotaxatie. Ook willen we de subjectieve beoordeling van de ontwikkeling van de patiënt door de behandelaar meenemen in de vergelijking. De centrale onderzoeksvragen zijn: In hoeverre is er sprake van een verschil in de vermindering van recidiverisico, gemeten met de FARE en de DROS 2.0, tussen de behandeling met GOA en met AR op Maat plus? En: In hoeverre is er sprake van verschil in de beoordeling van de behandeling door de behandelaren, gemeten met de Therapist Satisfaction Index (TSI, Chorpita et al., 2015), tussen de behandeling met GOA en met AR op maat plus?

Samen Beslissen met ROM in de ggz-keten

Deze cohortstudie maakt deel uit van het project Samen beslissen met ROM, op een subsidie vanuit het Zorginstituut Nederland, bestaande uit 8 deelprojecten door 8 verschillende GGZ instellingen, allen lid van SynQuest. Deze deelprojecten hebben gezamenlijk de volgende speerpunten: 1. Gespreksmodel samen beslissen met ROM en ROM-methode specificeren naar doelgroepen.
2. Verrijken van informatie uit ROM met proces en behandelinhoudelijke informatie.
3. Toerusten van patiënten om ROM te gebruiken bij samen beslissen in verschillende behandelfases.
4. ROM als informatiebron benutten bij overdracht in de keten naar, binnen en vanuit de ggz.
Doel van de cohortstudie is om de verbeterslag in de implementatie van Samen Beslissen met ROM (en andere informatiebronnen) te evalueren en verder te optimaliseren door:
• Vast te stellen in hoeverre en hoe Samen Beslissen met ROM zowel indirect (via Decisional Conflict) als direct bijdraagt aan betere behandelresultaten, meer tevredenheid, minder drop-out, no-show en een kortere behandelduur;
• na te gaan of patiëntkenmerk(en) hierop van invloed zijn;
• te verkennen of de mate van Decisional Conflict verschilt per type besluit.
Patiënten worden gevolgd in de tijd via drie metingen. De ROM-metingen en patiëntkenmerken zijn standaard beschikbaar via de systemen (EPD, QuestManager, DWH) van de instellingen.

Haalbaarheidsonderzoek VerlofHulp 2.0

Er komt een moment in de behandeling van forensisch psychiatrisch patiënten dat ze met (onbegeleid) verlof mogen. Om patiënten te ondersteunen met hun verlofdoelen tijdens hun verloven is in samenwerking met GGZ Noord-Holland Noord en Minddistrict de VerlofHulp app ontwikkeld als call van KFZ. Na een kleine pilot in 2017 is de app aangepast naar versie 2.0. Het doel van dit onderzoek in opdracht van KFZ is om middels een pilot bij verschillende organisaties de Verlofhulp 2.0 te evalueren op patiënt-, behandelaar- en organisatieniveau, indien noodzakelijk te optimaliseren en bredere implementatie voor te bereiden. De focus ligt op usability en feasibility.

Feasibility of an adjusted version of the systems training for emotional predictability and problem solving (STEPPS) for older adults with poor emotion regulation strategies.

Recent research has emphasized the importance of adaptions in psychotherapy for older adults. The aim of the current study is to evaluate whether an adaptation of the STEPPS protocol will enhance the feasibility of STEPPS (in Dutch: VERS) in a group of older adults with poor emotion regulation strategies. In order to do so at first an expert-meeting using the Delphi-method is held to reach consensus on the necessary adjustments of the STEPPS protocol. Secondly, the feasibility of the adjusted STEPPS protocol for the elderly will be examined in outpatients mental health settings.

Pilot: Samenwerking Dimence - Vriendendienst

Het doel van dit onderzoek is de evaluatie van de samenwerking met Vriendendiensten Deventer een drietal ambulante teams van Dimence in Deventer.  De verwachtingen is dat dit leidt tot  persoonlijk en maatschappelijk herstel van de cliënten en verkorten van de behandelduur. Dat laatste zou kunnen leiden toe kortere wachttijden.

Terug naar Nightingale: Een sociaal netwerk perspectief op de ontwikkeling van professionele betrokkenheid bij verpleegkundigen

Aanleiding:
Vroegtijdige uittreding door afnemende betrokkenheid bij het werk leidt tot een toenemend tekort aan verpleegkundigen. Vanuit een sociaal netwerk perspectief wordt de rol van sociale steun onderzocht in het omgaan met werkervaringen en gerelateerd aan werkbetrokkenheid. Met een smartphone app worden sociale netwerken en werkervaringen gemeten en gecombineerd met interviews. In dit onderzoek wordt de contagion-buffer hypothese voorgesteld: verminderde werkbetrokkenheid is aanstekelijk in teams, maar de vervulling van psychologische behoeften door sociale ondersteuning kan als buffer functioneren om verminderde werkbetrokkenheid tegen te gaan.

Feasibility of an adjusted version of the systems training for emotional predictability and problem solving (STEPPS) for older adults with poor emotion regulation strategies.

Recent research has emphasized the importance of adaptions in psychotherapy for older adults. The aim of the current study is to evaluate whether an adaptation of the STEPPS protocol will enhance the feasibility of STEPPS (in Dutch: VERS) in a group of older adults with poor emotion regulation strategies. In order to do so at first an expert-meeting using the Delphi-method is held to reach consensus on the necessary adjustments of the STEPPS protocol. Secondly, the feasibility of the adjusted STEPPS protocol for the elderly will be examined in outpatients mental health settings. Results will be compared to a currently performed pilot study by Ekiz and colleagues. It is expected that the adjusted STEPPS protocol will be feasible in the target group of older patients. In addition, we expect to find higher efficacy in comparison to the current pilot study by Ekiz and colleagues.

Improving implementation of measurement-based care in mental health care: A qualitative study of practitioner and leadership perspectives

Aanleiding:
Deze studie is een samenwerking tussen onderzoekers op academisch vlak en in praktijk instellingen in tien landen waarin er systematisch feedback wordt gebruikt in de zorg. We zullen bij deze studie een theoretisch kader hanteren dat vaak gebruikt wordt bij de verspreiding van innovaties in de medische instellingen, de zogenaamde Normalization Process Theory (NPT May & Finch, 2009). Dit kader zullen we gebruiken voor het verzamelen en analyseren van interview data met therapeuten, teamleiders en managers van centra voor geestelijke gezondheidszorg waar behandeling geschiedt mede met behulp van klinische feedback systemen (clinical feedback systems, CFS). We zullen onderzoeken hoe intra- en extra-organisatorische kenmerken het gebruik van feedback systemen beïnvloeden in de dagelijkse klinische praktijk, bij het toezicht op feedback gebruik en bij de planning van optimalisatie van CFS.

De Verpleegkundig Specialist GGZ als regiebehandelaar

Inleiding:
Sinds 1 januari 2017 is middels het Model Kwaliteitsstatuut bekrachtigd dat ook de VS-ggz de rol van regiebehandelaar mag invullen. Lokaal moet dit verder vertaald worden op het niveau van de organisatie en het team. VSén-ggz hebben behoefte aan ondersteuning bij het invullen van de rol van regiebehandelaar. Met het RAAK-project 'VS-ggz in de rol van regiebehandelaar' beogen wij handvatten te bieden aan VSén-ggz in de basis- en specialistische ggz om invulling te geven aan hun rol als regiebehandelaar binnen het multidiscplinaire team waar zij lid van zijn. 

Pagina's