Specialistisch centrum bipolaire stoornissen

De inzet van mobiele technologie ter bevordering van zelfmanagement en veerkracht bij patiënten met een bipolaire stoornis (WELLBE-BD)

Aanleiding:
Dit onderzoeksproject maakt deel uit van een promotietraject en wordt uitgevoerd in samenwerking met de Universiteit Twente, de VU en Dimence. De onderzoeken –en de daaraan gekoppelde interventies- die in het kader van het onderzoeksproject uitgevoerd worden dienen uiteindelijk bij te dragen aan het verbeteren van welbevinden en kwaliteit van leven voor de patiëntengroep die kampt met een bipolaire stoornis.

De ondersteuningsbehoefte van partners van een zwangere vrouw met een bipolaire stoornis het verbandmet coping stijl en ervaren sociale steun; een mixed method studie

Het doel van het huidige onderzoek is kennis verzamelen over de behoeften aan ondersteuning van partners van een zwangere vrouw bekend met een bipolaire stoornis. Er zal worden geinventariseerd, op verschillende levensgebieden, wat de ervaren last is van het hebben van een zwangere partner met een bipolaire stoornis en de samenhang van de ervaren last met het hebben van sociale steun en een adequate coping-stijl. De verkregen kennis zou kunnen leiden tot een beter begrip van de last voor partners en inventariseren waar eventuele interventies op zouden kunnen worden ontwikkeld.

Het effect van slaapverstoringtijdens zwangerschap en perinatale periode op postpartum psychopathologie bij vrouwen met een bipolaire stoornis of een postpartum psychose in de voorgeschiedenis (SLEEPREG-BD)

Het doel van deze studie is om te onderzoeken of slaapstoornissen tijdens de zwangerschap of in de perinatale periode postpartum psychopathologie voorspellen bij vrouwen met een bipolaire stoornis of een postpartum psychose in de voorgeschiedenis. De hypothese is dat slaapstoornissen tijdens de zwangerschap en/of in de perinatale periode een voorspeller is voor psychiatrische problematiek in de postpartum periode.

Ervaringen van mensen met een bipolaire stoornis met de ambulante verpleegkundige behandeling na een opname. Een kwalitatief onderzoek.

Aanleiding:
Mensen die worden opgenomen vanwege een manisch (psychotische) episode kunnen gedurende de opname traumatische ervaringen op doen die grote invloed kunnen hebben op hun identiteit en belemmerend kunnen werken in het persoonlijk herstel. De ambulante verpleegkundige behandeling zou een rol kunnen hebben in het in kaart brengen en verwerken van een mogelijk trauma en (daarmee) het persoonlijk herstel bevorderen. Echter  is het nu onduidelijk in welke mate traumatische ervaringen opgedaan gedurende een opname nu onderdeel zijn van de verpleegkundige ambulante behandeling.

Doelstelling:
Inzicht krijgen in de ervaringen van patiënten met een bipolaire stoornis met de ambulante verpleegkundige behandeling, na een doorgemaakte opname vanwege een manisch (psychotische) episode. De resultaten zullen gebruikt worden voor vervolgonderzoek om tenslotte te komen tot passende interventies, mochten de uitkomsten daar aanleiding toe geven.

Vraagstelling:
Hoe ervaren patiënten na een manisch (psychotische) episode de ambulante verpleegkundige behandeling in de verwerking van de episode waarvoor een opname noodzakelijk was en wat de betekenis hiervan voor hun identiteit en wat zijn de gevolgen voor het persoonlijk herstel?

Methode:
Een fenomenologisch kwalitatief design. Semi gestructureerde interviews van 30-60 minuten worden gehouden bij deelnemers die middels convenience sampling geworven worden binnen het netwerk Dimence Bipolair.

Slaapproblemen bij zwangere vrouwen met een psychiatrische stoornis.

Aanleiding:
Slaapproblemen tijdens de zwangerschap komen vaak voor en zijn geassocieerd met een verhoogd risico op depressie, angst, hart- en vaatziekten, diabetes, meer pijn tijdens de bevalling, sectio, vroeggeboorte en lager geboortegewicht. Zwangere vrouwen met een psychiatrische stoornis hebben een extra verhoogd risico op een decompensatie wanneer er bij hen ook sprake is van slaapproblematiek. Interventies zoals psycho-educatie over slaaphygiëne, cognitieve gedragstherapie, farmacotherapie en mindfulness worden geadviseerd maar er is geen richtlijn bekend waarin behandelopties staan vermeld of hoe deze in te zetten.

Factors influencing the performance in self-management from the perspectives of patients with bipolar disorder

SUMMARY
Rationale: Bipolar Disorder (BD) is a life-long mood disorder. Self-management is one of the key aspects of treatment. Adequate performance in self-management is essential as it leads to favourable outcomes, in relation to functioning, quality of life and recovery. However, the performance in self-management is noticed to variate between patients. For many patients it remains a challenging task. Numerous factors impede their performance in self-management. Self-management interventions aimed at increasing performance can be optimised when tailored to these factors. In the follow-up on a study on barriers, further exploration on factors that influence the performance in self-management from perspectives of patients is indicated. The expected insight may be integrated by professionals into treatment, which contributes to a more tailored approach that may benefit the individual patient.
Objective: Aim of the study is to explore which factors influence the performance in self-management from the perspectives of patients with bipolar disorder.
Study design: An explorative generic qualitative design will be used. Data collection is planned from February 2022 to April 2022. Total study duration is until June 2022.
Study population: Study population consists of adult patients with BD, who are currently in outpatient treatment in specialised mental health care in the Netherlands.
Main study parameter, data collection and analysis: Main study parameter concerns the factors influencing the performance in self-management. Data collection is conducted by unstructured, non-standardised interviews with the use of an Aide Mémoire. Data analysis is based on the thematic analysis by Braun and Clarke.
Nature and extent of the burden associated with participation, benefit and group relatedness: Written informed consent will be obtained. Participants will be participating in an interview lasting approximately 60 minutes and in a member check lasting approximately 30 minutes.
Keywords: Bipolar disorder, Self-management, Performance, Patients’ perspectives

De invloed van de positieve psychologische interventie ‘Goed leven met een bipolaire stoornis’ op manische symptomen.

Uit onderzoek blijkt dat cliënten met een bipolaire stemmingsstoornis in de euthyme (symptoomvrije) fase aanzienlijk lager scoren op het welbevinden, dan de controlegroep zonder bipolaire stoornis (Bonnín et al., 2017). Het inzetten van positieve psychologie interventies (PPI’s) is een manier die kan bijdragen aan het versterken van het welbevinden en het verminderen van psychische klachten (Bolier, 2015). Speciaal voor mensen met een bipolaire stoornis, is de groepsinterventie ‘Goed leven met een bipolaire stoornis’ ontworpen (Kraiss, 2021). Het doel van deze groepsinterventie is het versterken van welzijn en herstel voor mensen met een bipolaire stoornis, door middel van positieve psychologie interventies (Universiteit Twente, 2021).

Bipolaire stoornis en trauma. Een kwalitatief onderzoek van de ervaringen van mensen met een bipolaire stoornis en een onderliggend trauma.

Inleiding
Tot 40 % van de mensen met een bipolaire stoornis (BS) heeft een comorbiditeit met een posttraumatische stressstoornis (PTSS) (Cerimele et al., 2017; Boylan et al., 2004; Otto et al., 2004). Deze mensen ervaren een zwaardere ziektelast en een slechtere kwaliteit van leven (Cerimele et al., 2017).
Binnen het team angst en stemming van Dimence Deventer wordt geconstateerd dat PTSS-klachten zich veelal openbaren in een manische stemmingsepisode. Opvallend is dat voornoemde klachten tijdens andere stemmingsepisodes naar de achtergrond verdwijnen. Een behandeling van de trauma’s tijdens de euthyme episode komt daardoor niet op gang.
Het is onduidelijk hoe mensen met een bipolaire stoornis deze klachten tijdens de euthyme fase ervaren en hoe zij hiermee omgaan.

Het mentaliserend vermogen bij zwangere vrouwen met psychische klachten; wat is de invloed op de ouder-kindrelatie?

De ouder-kindrelatie is de belangrijkste context voor de ontwikkeling van een kind. De biologische, ontwikkelings-, en omgevingscontexten krijgen vorm via de ouder-kindrelatie. Het is door deze relatie dat het (zeer) jonge kind de wereld gaat begrijpen, interacties met anderen aangaat en een gevoel van competentie, eigenwaarde en ‘zelf’ ontwikkelt. Het is ook via deze relatie dat het kind blootgesteld wordt aan beschermde en risicofactoren (van Bakel e.a., 2013). Er is nog niet veel bekend over de rol van mentaliseren bij psychische klachten tijdens de zwangerschap op de ontwikkeling van de ouder-kind relatie. Fonagy e.a. (2002) stellen dat mentaliseren niet een statische capaciteit is maar dat een tijdelijk gemis in het mentaliseren onderdeel is van het normaal functioneren onder stress. Het vermogen om zelfs onder stressvolle omstandigheden  te kunnen blijven mentaliseren en een relatief snel herstel van het mentaliserend vermogen onder stress zijn de bouwsteren voor een robuust mentaliseren, wat weer gerelateerd is aan veilige gehechtheid.  Met dit onderzoek wordt nagegaan of de mate van het kunnen reflecteren op zichzelf en het kind bij moeders met psychische klachten een voorspeller is voor het opbouwen van een kwalitatief goede ouder-kindrelatie. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen het mentaliseren over zichzelf en de ander en mentaliseren over het kind , zowel prenataal als postnataal, dit wordt verder aangeduid als ouderlijk reflectief functioneren. Er wordt gezocht naar een samenhang tussen deze verschillende vormen van mentaliseren om na te gaan wat de beste voorspeller is voor de kwaliteit van de  ouder-kindrelatie. Dit geeft vervolgens aanwijzingen waar er preventief of curatief op ingezet moet worden om de ontwikkeling van het kind zo goed mogelijk te laten verlopen.

 

 

Verandert de mate van zelfeffectiviteit bij mensen met een bipolaire stoornis na het volgen van een positieve psychologische groepsbehandeling?

Inleiding:
Farmacotherapie, psycho-educatie en zelfmanagement zijn de belangrijkste elementen van de behandeling bij een Bipolaire Stoornis (BS) (Kupka et al., 2015). De behandeling van een BS is minder gericht op het verbeteren van het welbevinden (Bensing, 2000). Kwalitatief onderzoek heeft aangetoond dat mensen met een BS weinig vertrouwen hebben in hun vermogen om hun stoornis te kunnen beheersen, hetgeen een aanwijzing is voor lage zelfeffectiviteit (Lim et al., 2004). Een lage zelfeffectiviteit is een belangrijke belemmering voor zelfmanagement en dus optimaal psychosociaal functioneren voor mensen met een BS (Lim et al., 2004). Het is onbekend wat de invloed is van de positieve psychologische groepsbehandeling ‘Goed leven met een bipolaire stoornis’ op de mate van zelfeffectiviteit bij mensen met BS.

Pagina's